Delhaize, AB InBev en Coca-Cola (Chaudfontaine) combineren transport leeggoed
De afgelopen weken hebben Coca-Cola European Partners (Chaudfontaine), AB InBev (Jupille), Delhaize en Chep aan een project deelgenomen om het transport van vol- en leeggoed tussen drie distributiecentra te optimaliseren. Door de stromen samen te organiseren, kon niet alleen de CO2-uitsttoot met 15% verminderd worden, maar ook de transportkosten.
Het project werd gecoördineerd door Multimodaal.Vlaanderen, het adviespunt van het Vlaamse innovatieplatform voor de logistieke sector VIL voor verduurzaming van transport en logistiek. Ook CHEP speelde een grote rol in het project dat moest zorgen voor een forse vermindering van het aantal lege kilometers.
Dat gebeurde door drie maanden lang one-wayritten te combineren in roundtrips. Coca-Cola levert vanuit Chaudfontaine flessen water aan het distributiecentrum van Delhaize in Ninove. Dat zijn grotendeels recycleerbare pet-verpakkingen. Na levering rijdt de vrachtwagen meestal leeg terug. AB InBev van zijn kant levert bier in herbruikbare glazen flessen vanuit Jupille. Op de terugweg wordt leeggoed meegenomen.
Onevenwichtige balans
“Uit een analyse bleek dat er vaak een onevenwichtige balans tussen ‘volgoedleveringen' en leeggoedophalingen van de bierflessen bestaat. Na promoties, zoals 2+1 bakken gratis, neemt dat onevenwicht toe. Daardoor moeten extra vrachtwagenritten ingepland worden om het extra leeggoed op te halen. Die extra ritten vormen niet alleen een belasting voor het milieu en voor drukte op de weg, maar verhogen ook de transportkosten van de bierbrouwer”, zegt Peter Lagey, manager van Multimodaal.Vlaanderen.
Jupille en Chaudfontaine liggen op zo’n tien kilometer van elkaar. Ook bleek dat beide producenten met dezelfde transporteur werken, wat een samenwerking vergemakkelijkte. “In theorie had de planner van Lux Transport de ritten zelf kunnen combineren om de one-wayritten te vermijden, maar in de praktijk was dat niet mogelijk, omdat de opdrachten volledig los van elkaar worden gegeven. Als ze samenvielen, was dat eerder een toevalligheid”, stelt Lagey vast.
Daarom deed Multimodaal.Vlaanderen een beroep op CHEP om de stromen beter te analyseren en de optimale combinatiemogelijkheden op te lijsten. Deze aanbieder van logistieke verpakkingen en palletten voor de supply chain beschikt immers over de nodige knowhow en tools om data over transportritten te analyseren. Dankzij die samenwerking reed elke dag een volle vrachtwagen tussen Chaudfontaine, Ninove en Jupille. “Alleen de rit tussen Jupille en Chaudfontaine is dus een lege rit”, zegt Lagey.
Slechts 3% lege kilometers
Het project bleek over de ganse lijn een succes. “Op basis van de beschikbare data over volumes, stocks en transporten van de verschillende partners maakten we een mapping en een nieuwe flow met een geoptimaliseerde rondrit. Zo konden we het aantal kilometers dat een vrachtwagen leeg rondrijdt, reduceren tot maximum 3%”, voegt Patrick Van Daele, sustainability & collaboration manager bij CHEP toe. “Op de volledige rondrit van 296km werd er dus maximaal 10km leeg gereden. Het rechtstreekse voordeel voor het milieu en het verkeer is enorm: een CO2-reductie tussen 10 en 15%”.
Ook financieel bleek het project een succes: er werd een kostenbesparing van 15% opgetekend. Vrachtwagens werden efficiënter gepland en de volledige doorlooptijd bij Delhaize kon worden gereduceerd tot minder dan een uur. Door de optimalisatie van het transport werden er tijdens het pilootproject 1.170 extra palletten leeggoed opgehaald, met meer vrije stockruimte bij de retailer tot gevolg.
Grotere schaal
CHEP Benelux wil in een volgende fase het project op grote schaal uitrollen. Daarbij willen ze ook andere bedrijven betrekken, grotere vrachtwagens inzetten en ook alternatieve transportmiddelen, zoals de trein, uittesten. “Door op grote schaal en over de bedrijfsgrenzen heen over transport na te denken, kunnen we het verschil voor de toekomst maken”, aldus general manager Yoni Van der Veken. “De resultaten van het project sterken ons in de overtuiging dat we volop moeten inzetten op transportorkestratie van onze klanten”.