Cargill werkt sinds een jaar samen met Soil Capital, een jong Belgisch bedrijf dat landbouwers beloont die hun uitstoot van broeikasgassen verminderen of koolstof opslaan. “De samenwerking helpt niet alleen de landbouwers, maar ook de bedrijven die deelnemen en de merken die de producten commercialiseren in supermarkten”, zegt James Ede, sustainability manager bij Cargill Starches, Sweeteners and Texturizers EMEA.

Het Soil Capital Carbon programma dat in september 2020 gelanceerd werd, onderscheidt zich van de rest van de markt door zijn duurzame en innovatieve karakter. Via dat programma kunnen graanboeren of akkerbouwers zich laten belonen wanneer ze hun uitstoot van koolstof inperken of opslaan. Om dat te doen, nemen ze deel aan een programma van vijf jaar dat omkaderd wordt door Soil Capital, een Belgisch bedrijf dat in 2013 opgericht werd en dat aan de basis ligt van dit voor de Belgische en Franse markt unieke project. “De eerste stap in het programma bestaat uit het opmaken van de klimaatimpact van de landbouwer”, zegt Chuck de Liedekerke, mede-oprichter van Soil Capital, samen met landbouwingenieur Nicolas Verschuere. “We bekijken welke hoeveelheid CO2 de landbouwer uitstoot met zijn activiteiten, welke hoeveelheid hij al stockeert, enzovoort. Die stap wordt gevalideerd door Cool Farm Tool, een solide berekeningsmethode waarmee de hoeveelheid gebruikte broeikasgassen kan vastgelegd worden.”

Eens de uitstoot vastgelegd is, begeleid Soil Capital de landbouwer in zijn klimaattransitie. Het programma schenkt landbouwers 27,5 euro per ton vermeden of opgeslagen koolstof. Die tonnage vertegenwoordigt het equivalent van een koolstofcertificaat. Die certificaten worden gegenereerd op basis van de koolstofbalans van elke boerderij, volgens het protocol dat Soil Capital uitvoert en dat conform de normen ISO 14064 2 en 3 is. Eens de certificaten er zijn, worden ze gecommercialiseerd door South Pole, een leverancier van klimaatoplossingen die erkend worden door bedrijven. Enkele grote bedrijven hebben al beslist om een beroep te doen op Soil Capital, enerzijds om de landbouwers waarmee ze samenwerken te begeleiden, anderzijds om zich al vooraf te engageren in de aankoop van koolstofcertificaten. Eén van de voorbeelden daarvan is voedingsmultinational Cargill, die onder meer oogsten koopt bij landbouwers, maar ook bezig is met dierenvoeding, andere middelen, en expertise. “Onze samenwerking met Soil Capital laat ons toe om te blijven investeren in de gezondheidprincipes van de landbouwgrond, die bijdragen tot het verbeteren van het levensonderhoud van landbouwers, terwijl tegelijk de uitstoot van broeikasgassen vermindert”, aldus James Ede, sustainability manager bij Cargill. 

Waarom heeft Cargill beslist om met Soil Capital samen te werken? 

Op internationaal niveau heeft Cargill zich geëngageerd in verschillende duurzaamheidsprogramma’s, meer bepaald om de uitstoof van broeikasgassen te verminderen. Onze verschillende programma’s komen overeen met de internationale doelstellingen en regelgeving, waaronder die van de Verenigde Naties. Cargill is in niet minder dan 70 landen aanwezig. Het klimaat en de gronden verschillen van regio tot regio, zodat we programma’s op meer lokaal niveau ontwikkelen. Om een voorbeeld te geven : we hebben een project van vrij grote omvang waarbij we landbouwers in Noord-Amerika begeleiden. We hebben om drie redenen besloten om in Europa samen te werken met Soil Capital. Op Europees niveau heeft het programma grote geloofwaardigheid. Ten twee werkt Soil Capital samen met landbouwers die actief zijn in regio’s waar ook Cargill actief is, meer bepaald België en Noord-Frankrijk. Ten derde is wat Soil Capital doet echt innovatief. Op de Belgische markt is het uniek dat een onderneming landbouwers kent en opvolgt om hen te helpen om hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Gezondere landbouwgrond betekent gezondere en betere bewerking. Dat betekent grotere opbrengsten met minder toegevoegde middelen en een betere return on investment in termen van tijd en geld.

De samenwerking helpt niet alleen de landbouwers, maar ook de bedrijven die deelnemen en de merken die de producten commercialiseren in supermarkten.

Hoe ziet de samenwerking er in de praktijk uit?

We zijn de samenwerking met Soil Capital aan het eind van vorig jaar begonnen. Het gaat vandaag nog om een testfase die drie of vier jaar zal duren. Tijdens die testfase zullen 20 landbouwers, vooral gespecialiseerd in het kweken van tarwe en gelokaliseerd in België en het noorden van Frankrijk, het programma van Soil Capital volgen. Cargill ondersteunt het programma financieel en het is Soil Capital dat hen in direct en permanent contact brengt met de landbouwers. Soil Capital implementeert nieuwe opleidingstechnieken, stelt de landbouwers instrumenten voor, geeft advies en ontwikkelt technieken om de uitstoot van koolstof te verminderen of de opslag ervan in de hand te werken. Na één jaar is de feedback al heel goed : de landbouwers zijn heel blij dat ze betrokken worden bij dit programma en we zien hele goede resultaten. In 2023 of 2024 zullen we een balans opmaken van de eerste opleidingscyclus. Als de resultaten bevredigend zijn, kunnen we de gaan upscalen en het programma uitbreiden naar andere landbouwers. Tegelijk zal Cargill ook luisteren naar merken, onze klanten, om waar mogelijk en gewenst de link te leggen tussen het Soil Capital programma en hun producten.

Wat is, rechtstreeks of onrechtstreeks, het voordeel van het Soil Capital programma voor een onderneming als Cargill? 

Het programma heeft als doel de landbouwers te begeleiden, maar het biedt voordelen voor de hele bevoorradingsketen. Het geeft bedrijven uit onze supply chain de mogelijkheden om stappen vooruit te zetten bij hun duurzaamheidsdoelstellingen, of het nu gaat om de reductie van hun indirecte uitstoot of in de aankoop van meer duurzame grondstoffen. Dit programma bestrijkt het hele traject van akker tot bord. Om een concreet voorbeeld te geven uit de retail : merken die zich vandaag al vooraf engageren om certificaten te kopen van landbouwers uit hun bevoorradingsketen kunnen bijvoorbeeld melden op de verpakking dat hun product of één van de ingrediënten ervan het resultaat is van landbouwbedrijven die inspanningen doen op vlak van regeneratieve landbouw en hun uitstoot van broeikasgassen verminderen. Maar het belang van dit programma beperkt zich niet tot de communicatie met de consument. Als industrie moeten we landbouwers helpen bij de eerste stappen van de klimaattransitie, omdat ze vaak angst hebben voor verandering en voor lagere inkomsten, terwijl de voordelen ervan niet altijd duidelijk zijn. Het is belangrijk om te weten dat de nieuwe manier van werken soms jaren nodig heeft om geperfectioneerd te worden. Als bedrijf dat zich engageert op vlak van duurzaamheid wil Cargill heel concreet ageren. Heel wat voedingsbedrijven, zoals Unilever of Pepsi, en zelfs ook retailers, nemen initiatief als het over duurzaamheid gaat. We zijn als pionier betrokken bij dit programma en willen ook als ambassadeur ervan optreden bij onze klanten.