Carrefour heeft een steile ambitie: nummer één in bio worden in België. Dat wil het voor mekaar krijgen met een uitgebreid aanbod, maar ook met gespecialiseerde shops die bio en speciale voeding aanbieden. Een interview met Geoffroy Gersdorff, secretaris-generaal Carrefour België.

Niets is nog hetzelfde bij Carrefour. Tenminste, zo lijkt het sinds het onlangs zijn transformatieplan aankondigde.

Sleutelelement in dat plan is het veranderende voedselpatroon bij de consumenten. “Consumenten vinden de traceerbaarheid van voeding belangrijk, zowel op vlak van oorsprong, veiligheid als kwaliteit. Wij willen daarin een belangrijke rol spelen”, zegt Geoffroy Gersdorff, secretaris-generaal Carrefour België. “Niet alleen door producten aan te bieden, maar ook de consument te helpen de beste keuze te maken. Voor hem, zijn gezin en de planeet. Bio maakt deel uit van die transitie. We willen actief zijn in bio en het toegankelijker maken, door ons aanbod, het prijsniveau, de zichtbaarheid en door promoties”. Bio is altijd al belangrijk geweest voor Carrefour, zegt Gersdorff. Ook bij de afdeling non-food: textiel, drogisterij, parfums, drank, kruiden en vers. “We hebben vandaag zowat 900 referenties van ons merk Carrefour Bio. We willen van dat merk het grootste biomerk van België maken, door meer te zijn dan alleen een distributeur. We willen klanten uitnodigen om zich vragen te stellen over wat hij eet en koopt. We hebben een rol te spelen in de transformatie”

In België staat bio nog niet zover als in buurlanden Frankrijk en Duitsland. Moet er een mentaliteitsverschil overwonnen worden?

Ik denk niet dat er een verschil in mentaliteit is bij de consument als het over bio gaat. Het gaat om de omstandigheden: in Frankrijk en Duitsland is er letterlijk en figuurlijk meer ruimte voor bio. We zijn een klein land met een kleine productie. Ik zie op zich geen struikelblokken voor de populariteit ervan in ons land. De transitie naar bio is zich aan het voltrekken. De vraag is of er een verschil is in interesse tussen Wallonië en Vlaanderen. We zijn een onderzoek aan het doen naar de verwachtingen van de klant, in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Daaruit zullen we ongetwijfeld veel leren.

Eén van de struikelblokken bij bio is de prijs. Kunnen jullie daar iets aan veranderen?

Onze bioproducten zijn 20 à 30% goedkoper dan nationale merken in bio. We bieden met andere woorden producten aan dezelfde prijzen als niet-biomerkproducten. Ik denk dat dat al een heel belangrijke stap is. We willen bio toegankelijk maken voor iedereen, zonder toe te geven op kwaliteit.

Hoe doen jullie dat?

We zoeken goeie leveranciers, die genoeg volume kunnen leveren. Het aanbod ontwikkelt zich beetje per beetje, terwijl de vraag groot is. Op bepaalde producten moeten we met verschillende leveranciers op lange termijn in zee gaan. We willen ook landbouwers helpen bij de omschakeling van niet-bio naar bio. Die overgangsperiode is financieel moeilijk, en we willen hen daarbij begeleiden. We lanceerden vorig jaar de eerste peren zonder residu van pesticiden en we zijn ook bezig met appels. Het neemt drie jaar in beslag om dat te ontwikkelen. In die overgangsperiode garanderen we de afname aan de producent en zijn de meerkosten ook gedekt. Eén ding moet duidelijk zijn: bio mag geen excuus zijn om minder kwaliteit te leveren of mindere smaak.

Maar een prijsverschil zal er altijd zijn.

We blijven verantwoordelijk, je moet ook de juiste prijs voor de producenten bieden. We willen iedereen op een faire manier betalen. Onze prijzen zijn al laag in vergelijking met de concurrentie, en via promotie en getrouwheidskaarten doen we een extra inspanning. Maar prijs is niet alles, er zijn ook andere aspecten aan bio die belangrijk zijn. Iemand die 100% traditioneel koopt en af en toe eens bio koopt om die reden: hen moeten we bereiken. Het zijn niet de klanten die nu al twee keer op tien kiezen voor bio die we moeten overhalen. Nee, het zijn degenen die nu nog geen bio kopen. Prijs speelt daar een rol in, maar kwaliteit, gezondheid en veiligheid evengoed. Het belang daarvan neemt alleen maar toe. Als er steeds meer industriële landbouw overschakelt naar bio kan er een echte verandering komen. Dat is het doel, ook. Eens volume afgestemd wordt op de vraag, gaan de prijzen dalen. Dat is goed voor iedereen. Het is bezig zich te democratiseren, steeds meer, maar ik denk niet dat het op korte termijn op zelfde niveau zal gaan. Alles hangt af van de productie en de manier van produceren.

Volgens sommigen is bio te duur om mainstream te worden.

Bio kan zeker mainstream worden, maar niet in alle categorieën. Kijk naar aromatische planten zoals basilicum: daar is ons aanbod vandaag al 100% bio. Als je bij ons verse oregano koopt, is het sowieso bio. Er zijn natuurlijk ook afdelingen waar A-merken ongelooflijk sterk staan, zoals bijvoorbeeld frisdrank. Daar is het een pak moeilijker. Maar als je kijkt naar confituur: daar groeit bio, ondanks de aanwezigheid van sterke A-merken. Ook biomelk en eieren zijn echt belangrijk geworden. Het hangt er dus vanaf.

Wat doen jullie nog om bio populair(der) te maken?

Om bioproducten overal toegankelijk te maken, moeten we logistieke aanpassingen doen. Al onze depots hebben bio. Als winkels een traditioneel product vragen, kunnen ze ook de bioversie vragen. Ten tweede hebben we met Greenyard een netwerk van bevoorrading uitgewerkt waardoor winkels regelmatiger en veel preciezer – per stuk - inkopen kunnen doen: First in Fresh. We willen zo dicht mogelijk bij klant staan, met onze achthonderd verkooppunten. We breiden ons aanbod ook uit. We hebben nu al het grootste aanbod aan bioproducten, en we breiden dat nog altijd uit. We hebben biologische quinoa en granola en ontbijtproducten op basis van quinoa. We gaan ook biologische soepen op de markt brengen, net als biologische bereide maaltijden.

Welke bioproducten zijn het meest succesvol bij jullie?

Eieren, kip, melk en toiletpapier doen het goed, en de verkoop van biobrood is op dit moment aan het exploderen. Pannenkoeken doen het ook goed. Het is heel interessant om te zien hoe dat allemaal evolueert. We houden dat heel goed in de gaten. Non-food werkt ook heel goed: T-shirts, babyspullen, doekjes, tandpasta, wasmiddel. Het is belangrijk, dat spreekt, maar we ontwikkelen ons totale aanbod bioproducten. Maar we kijken verder dan dat. Bio maakt voor ons deel uit van een bredere bekommernis.

Hoezo?

De populariteit van bio is mee ingegeven door het grotere bewustzijn rond gezondheid. Daar leggen we de nadruk op. En dan kijken we vooral naar groenten en fruit, het hart van de versafdeling. Het is gezond, maar het kan nog gezonder. De gezondheid en het welzijn van de klant zijn een belangrijke pijler in ons transformatieplan. Maar we denken ook aan de korte keten: lokale producten promoten, de impact op het milieu verkleinen. Het element van traceerbaarheid is enorm belangrijk voor klant, we willen hem producten aanbieden die op vlak van veiligheid, smaak en kwaliteit onderscheidend zijn tegenover de concurrentie. Daarom maken we werk van peren en appelen zonder pesticiden, varkensvlees van hier, zonder antibiotica, zonder genetisch gemanipuleerde middelen. Als het Belgisch kan, dan is het ook zo. Alleen kan dat niet altijd: Belgische bananen bestaan bijvoorbeeld niet.

In Frankrijk heeft Carrefour al een tijd aparte biowinkels. Zijn er plannen in die richting voor ons land?

Het openen van gespecialiseerde biowinkels is een van de projecten die we voor België op stapel hebben staan. Dat is een project voor korte of middellange termijn. De winkels zullen een groter aanbod aan bioproducten hebben en zullen ook gezonde producten zoals lactose- en glutenvrij verkopen. Het zal dus niet uitsluitend bio zijn, maar wel speciale voeding. Zoals het er nu voor staat, gaan we die winkels ook geen aparte naam geven, zoals we dat wel doen in Frankrijk. Waar we de winkels gaan openen, weten we op dit moment nog niet. Brussel is een mogelijkheid, maar er zijn heel wat plaatsen in België waar er veel bio geconsumeerd wordt. We gaan dat heel goed bestuderen.