De heropening van non-foodwinkels bleek een succes. Op de eerste koopdag behaalden zelfstandige winkeliers een omzet van 50% in vergelijking met een standaard maandag. Voor de hele week liep dat bij modewinkels zelfs op tot 80% van de normale omzet. “Een pak meer dan eerder voorspeld”, aldus Mode Unie.

Na 2 maanden verplichte sluiting, mochten non-foodwinkels vorige week eindelijk hun deuren heropenen. Een moment waar niet alleen handelaars maar ook consumenten duidelijk erg naar uit hebben gekeken, zo blijkt uit de verkoopcijfers van vorige week. “Op de eerste dag van de heropening op maandag 11 mei, klokten zelfstandige winkeliers af op een omzetcijfer van 50% in vergelijking met een gemiddelde maandag in mei vorig jaar”, laat Isolde Delanghe, directeur bij Mode Unie, weten. “Dat resultaat was aanzienlijk beter dan verwacht: het merendeel van de handelaars gaf in een eerdere bevraging van Mode Unie en Unizo aan dat ze een omzetcijfer van 30 tot 40 procent van de normale verkoop verwachten. De heropening op maandag was voor de hele winkelsector alvast geslaagd.”

"Minder klanten, maar zij die op de been zijn, kopen ook"

En het is trouwens niet alleen de eerste dag die goed scoorde, ook de rest van de week trokken veel consumenten naar de winkel. Consumenten die aanvankelijk wat terughoudend waren om te komen shoppen, realiseerden dat de zelfstandige winkeliers voldoende maatregelen hadden genomen (vloerstickers op de grond, handgel, alternerende opening van pashokjes…) om hun veiligheid te garanderen, waardoor ze weer vol vertrouwen konden shoppen. En dat heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen. Zo klokten modewinkels in de eerste week na de heropening af op 80% van de omzet van dezelfde periode vorig jaar. “Dit is een beduidend beter resultaat dan de verwachtingen voorspelden. We zijn dus ook tevreden voor specifiek onze modesector”, zegt Isolde Delanghe. En dat geldt ook voor de bredere retailsector. “Er worden dan wel minder klanten dan gemiddeld geteld, maar zij die op de been zijn, kopen ook”, reageert Unizo.

Ook kleinere steden en gemeentes in trek

Er is echter wel een verschuiving zichtbaar in de plaats waar consumenten gaan winkelen. Zo was dat maandag eerder in stadskernen, terwijl consumenten zich de dagen daarna eerder naar kleinere steden en gemeentes begaven. “We merken dat dorpskernen en kleinere steden het goed doen ten opzichte van de grotere steden. We zien duidelijk dat steden zoals Gent, Roeselare en Kortrijk, die de circulatie en communicatie goed aanpakken ook aantrekkelijk zijn voor de consument. Er wordt een goede verkoop gerealiseerd met beheersbare drukte in veilige en hygiënische omstandigheden”, verduidelijkt Isolde Delanghe.

Lokaal winkelen

Een andere opvallende trend: consumenten kopen meer lokaal. Klanten beseffen maar al te goed dat de Belgische economie en de zelfstandige winkels zwaar getroffen zijn door de crisis en zijn, meer dan ooit, bereid om ook hun eigen steentje bij te dragen om de winkels er terug bovenop te helpen. Een belangrijke stap, aldus Unizo en Mode Unie, want deze winkels dragen immers ten volle bij aan onze samenleving en ons zorgsysteem. Of ook de volgende weken een succes zullen blijven, valt voorlopig nog af te wachten...