In 2017 betaalden Belgische consumenten voor identieke producten gemiddeld 13,4% meer in de supermarkt dan in Duitsland, 12,9% meer dan in Nederland en 9,1% meer dan in Frankrijk. Ten opzichte van een vorige analyse in 2013 zijn de verschillen in prijsniveaus nog toegenomen. Dat blijkt uit het jaarverslag 2017 van het Prijzenobservatorium.
13,4% duurder dan in Duitsland
Het Prijzenobservatorium baseerde zich op gegevens van het marktonderzoeksbureau Nielsen over het prijsniveau van 65.000 producten. Uit de analyse blijkt dat de Belgische consument in 2017 meer betaalde voor consumptiegoederen dan in de buurlanden, gemiddeld 13,4% meer dan in Duitsland, 12,9% meer dan in Nederland en 9,1% meer dan in Frankrijk. Het gaat dan vooral om merkproducten. “Verse groenten en fruit, die niet in de analyse zijn opgenomen, zijn gemiddeld wel goedkoper bij ons dan in de buurlanden, blijkt uit gegevens van Eurostat”, verduidelijk de FOD Economie.
Volgens Peter van Herreweghe, directeur van het Prijzenobservatorium, zijn de prijsverschillen met de buurlanden zo'n 3 procentpunt toegenomen ten opzichte van 2013, toen de vorige analyse werd gemaakt. “De sterkste toename van het prijsverschil was er voor alcoholische dranken, vooral door de invoering van hogere accijnzen”, legt hij uit. Door de accijnsverhoging van novermber 2015 zijn de prijzen van wijn en gedistilleerde dranken met maar liefst 31% en 41% toegenomen. Zo is whisky bijvoorbeeld gemiddeld 29,3% duurder dan in Duitsland, 13,3% dan in Frankrijk en 1,1% dan in Nederland, meldt Vinum Et Spiritus, de Belgische federatie van wijn en gedistilleerde dranken. Volgens de federatie zijn vooral de lokale Belgische producenten, wiens producten niet terug te vinden zijn in winkels over de grens, het slachtoffer van de accijnsverhoging.
Comeos nuanceert echter de resultaten van het Prijsobservatorium. “De populaire huismerken die de Belgen elke dag kopen zijn amper opgenomen in het rapport terwijl die huismerken net meer dan 36% van onze verkoop vertegenwoordigen. Ook verse groenten en fruit zijn niet opgenomen en die zijn hier gemiddeld 11% goedkoper dan in onze buurlanden”, vertelt Dominique Michel, CEO van Comeos.
Waarom verschillen de prijzen zo sterk?
Aankoopvoorwaarden, accijnsverhogingen en hoge loonkosten
“Er zijn verschillende factoren die de hogere prijzen in ons land verklaren. Zo zijn de prijzen en aankoopvoorwaarden voor de Belgische supermarkten minder gunstig dan in de buurlanden. Onder andere territoriale leveringsbeperkingen en de kleine omvang van ons land maken dat onze supermarkten minder goede aankoopprijzen kunnen onderhandelen”, verduidelijkt Peter Van Herreweghe. Daarnaast liggen ook een reeks andere factoren aan de basis van die prijsverschillen met het buitenland. Zo spelen onder meer de hogere accijnzen op sterke dranken en frisdranken, en de hogere Belgische loonkosten een rol. Volgens de FOD Economie worden die hogere loonkosten echter “gecompenseerd door een hogere productiviteit per werknemer”.
“De reële loonkostenhandicap voor Belgische voedingsproducenten bedraagt ook na de taks shift nog steeds 17,5% ten opzichte van onze buurlanden”, verklaren Fevia en BABM van hun kant. “Ook de energiekostenhandicap en de opeenstapeling van taksen blijven Belgische bedrijven parten spelen.”
“België is een kleine markt waar vaste kosten als marketing en innovatie zwaarder doorwegen. Maar tegelijk is het verschil in prijzen tussen de supermarkten nergens zo groot als in België,” vertelt Walter Gelens, CEO van BABM.
“We hebben het vorige week nog vastgesteld in het dossier van Zalando. De hoge loonkosten en het gebrek aan flexibiliteit maken het onze retailers bijzonder moeilijk. Bovenop het feit dat multinationals hogere prijzen opleggen aan onze handelaars. Daarom verliezen we telkens opnieuw met de ons omringende landen. We kunnen alleen maar vaststellen dat we nu ook gelijk krijgen van het Prijzenobservatorium”, meldt Dominique Michel van Comeos.
Ondernemingsstrategie van retailers in vraag stellen
De FOD economie verwijst ook naar de ondernemingsstrategie van de retailers. “In België is een van de belangrijkste en meest efficiënte distributieketens een prijsvolger”, inclusief Colruyt. Daarom bestaat de strategie van een aantal andere spelers erin om zich te onderscheiden door dienstverlening en kwaliteit in plaats van lage prijzen. “Door de fusie van Delhaize met Ahold (Albert Heijn) vond er recent wel een grote verandering plaats op de Belgische retailmarkt. Daaruit zouden schaalvoordelen kunnen volgen, wat kan leiden tot meer inkoopmacht en beter aankoopvoorwaarden, wat op zijn beurt kan zorgen voor lagere prijzen voor de consument”, legt de FOD Economie uit.
Een striktere reglementering
Daarnaast moet er ook aandacht uitgaan naar de reglementering. “Uit cijfers van de OESO blijkt dat de retailsector in België sterker gereglementeerd is dan in de buurlanden”, klinkt het bij de FOD Economie. Hoewel de operationele rendabiliteit in de Belgische detailhandel voor voedingsproducten sinds 2012 in dalende lijn gaat, ligt de marge gemiddeld hoger dan in Frankrijk en Duitsland, maar lager dan in Nederland.
Oproep tot overleg
Naar aanleiding van de grote prijsverschillen tussen België en onze buurlanden, nodigde Kris Peeters, minister van economie en consumentengoederen, supermarkten uit voor overleg. Toch moet de minister nog een stapje verdergaan volgens de Belgische federatie voor wijn en gedistilleerde dranken. "De problematiek van de prijsverschillen met de buurlanden en de consequenties daarvan is een aangelegenheid die de wijdere productie- en distributieketen aanbelangt. Vinum Et Spiritus dringt dan ook aan om in dezelfde oefening de huidige accijnsarchitectuur voor alcoholische dranken te evalueren", verklaart Vinum et Spiritus.
Enquête gevoerd door zelfstandige handelaars
De gegevens van het Prijzenobservatorium ondersteunen de resultaten uit een enquête van verschillende onafhankelijke handelaars, allemaal lid van APLSIA, de Franstalige beroepsverenging voor zelfstandigen die een zaak in selfservice aanbieden, en die gepubliceerd werden in de laatste editie van Storecheck. Nadat ze samen overlegden over de methode, deden ze elk een test in één of meer buitenlandse winkels, met als doel te ontdekken hoe groot het verschil in prijs was tussen een reeks producten van dezelfde merken. “We zijn er ons uiteraard van bewust dat de methodologie van zo’n prijsonderzoek zeer complex is”, legde Sophie Bôval, de communicatieverantwoordelijke van APLSIA, ons uit. “Maar hoewel we zelf natuurlijk geen wetenschapppers zijn, hebben we toch een reeks strikte criteria bepaald om het teststaal te onderzoeken. We hebben alleen producten vergeleken met dezelfde kenmerken en volumes, en hebben ons gebaseerd op de normale prijs en hebben reclameaanbiedingen buiten beschouwing gelaten”.
Resultaat? De referentiekorf in de Franse intermarché was maar liefst 24% goedkoper. Daarnaast waren de producten bij Albert Heijn in Nederland 2,5% en bij Jumbo zelfs 10% goedkoper. Wanneer de prijzen echter werden vergeleken met een Duitse discounter, bleken de producten bij Kaufland maar liefst 33% goedkoper te zijn.