Gisterenavond publiceerde Le Soir het volledige rapport over de Veviba affaire. Dat rapport werd opgesteld door het Federaal Voedselagentschap (FAVV) op vraag van minister Denis Ducarme, die een licht wil werpen op de gevolgen die de ontdekking door de Kosovaarse autoriteiten in 2016 hebben teweeggebracht. Hieronder geven wij u alvast een overzicht van de belangrijkste feiten.
Voorgeschiedenis
Het FAVV geeft eerst een chronologisch overzicht van de feiten. Zo meldt het rapport dat het FAVV eind september 2016 voor het eerst op de hoogte werd gebracht door de Kosovaarse autoriteiten omtrent de vervalsing van vleesetiketten. Daarbij werd duidelijk dat het om vervallen vlees van het Belgische bedrijf Veviba uit Bastenaken ging.
Vervolgens stuurde het FAVV op 3 oktober 2016 een speciaal onderzoeksteam naar Kosovo om de inbreuken vast te stellen. Belangrijk is dat er toen nog geen sprake was van bedorven vlees of van vleeswaren die niet gebruikt mochten worden voor de menselijke consumptie. Wel ging het zogezegd om ouder vlees dat een nieuwer etiket kreeg, waardoor het duurder verkocht kon worden. “En die vorm van fraude brengt geen gevaar voor de gezondheid met zich mee”, klinkt het in het rapport.
Op 6 oktober werd er uiteindelijk een proces-verbaal opgesteld dat bezorgd wordt aan het Belgische gerecht. Justitie stelde op haar beurt een onderzoeksrechter aan die het onderzoek naar fraude moest leiden. “Om het onderzoek van de onderzoeksrechter niet te hinderen en nadat alle conclusies van het onderzoek in Kosovo aan hem zijn overgemaakt, heeft het FAVV beslist om geen parallel onderzoek te openen naar de diepvriesafdeling van het vleesbedrijf”, vermeldt het FAVV in zijn rapport. Daarbij benadrukt het agentschap wel dat er daarna nog verschillende ontmoetingen hebben plaatsgevonden tussen het voedselagentschap en de onderzoeksrechter. Tegelijkertijd bleven de controlebezoeken gewoon doorgaan.
‘Nieuwe’ inbreuken
Het FAVV benadrukt dat er geen enkel verband is tussen de vervalsing van diepgevroren vlees dat bedoeld was voor export en de inbreuken die op 28 februari en 1 maart 2018 in het vleesverwerkingsbedrijf werden vastgesteld door de onderzoeksrechter. Dit jaar werden er immers zware inbreuken vastgesteld die de gezondheid van mensen in gevaar bracht, waardoor het FAVV meteen beslist heeft om de erkenning van het vleesverwerkingsbedrijf in te trekken. Hoewel het onderzoek initieel enkel naar de diepvriesafdeling gevoerd werd, hebben de onderzoekers beslist om het onderzoek sinds 28 februari ook uit te breiden naar de slachthuizen en de vleesverwerkingsbedrijven. Daardoor kwamen er “nieuwe” inbreuken aan het licht.
Bij de diepvriesafdeling van het bedrijf werden namelijk duidelijke sporen van fraude vastgesteld. Die bestond vooral uit de heretikettering van oud diepgevroren vlees door recentere en zelfs nieuwe etiketten. Toch was dat lang niet de enige inbreuk. Zo werd er ook vlees ontdekt dat niet geschikt was voor menselijke consumptie en waren er verschillende loten zonder etiket.
Ook in het vleesverwerkingsbedrijf werd er vlees dat niet bestemd was voor menselijke consumptie (stukken vlees met snedes waar mogelijk infecties kunnen ontstaan) verwerkt in gehakt. Bovendien werden de staarten van runderen afgehakt zonder dat de dieren eerst onderzocht werden door een dierenarts en het dus niet gebruikt mocht worden voor menselijke consumptie door het risico op abcessen enzovoort.
Stappen
Door die vaststellingen heeft het FAVV besloten om de erkenning van het vleesverwerkingsbedrijf en de diepvriesafdeling onmiddellijk in te trekken. “De minister werd op 28 februari en ook op 1 maart meteen op de hoogte gebracht van de huiszoeking en de belangrijkste vaststellingen. Daarnaast heeft hij ook een melding ontvangen op 6 maart”, verduidelijkt het rapport. Naar aanleiding van de vaststellingen heeft het voedselagentschap ook getracht om het besmette vlees op te sporen. Daarbij werd het gehakt verkocht bij Veviba en werd het verdeeld bij een slagerij in Anderlecht. De koeienstaarten werden daarentegen verkocht bij Delhaize, Colruyt en Match. Het voedselagentschap riep dan ook meteen op om al het vlees uit de rekken te halen en verwittigde de consument.
In de dagen die daarop volgden onderzocht het FAVV ook de andere vestigingen van de Verbist groep. Uit voorzorg werd al het diepgevroren vlees dat nog in voorraad was, geblokkeerd. Momenteel worden alle sites uitgebreid onderzocht.
Risico’s
Op 8 maart maakte het FAVV de mogelijke risico’s bekend. Daarbij ging het vooral om het gevaar van sneden in stukken van het karkas die een reëel risico met zich meebrachten. Door die stukken kan de consument immers mogelijk in contact komen met de listeria- en Escherichia coli-bacterie, die shigatoxines opwekken. Het risico neemt bovendien nog meer toe als het besmette gehakt rauw wordt gegeten en als de consument een verlaagd immuunsysteem heeft. Ook microbiologische en chemische analyses toonden dezelfde resultaten aan. De resultaten van het aantal schimmels worden binnenkort verwacht.
Een andere zaak
In het rapport haalt het voedselagentschap ook nog een andere vaststelling aan die specifiek gelinkt wordt aan een van de andere vestigingen van de Verbist groep en een ander dossier dat verband houdt met Veviba en dat op 21 september 2017 aan het parket werd overgemaakt. Meer uitleg over de twee zaken volgt er echter niet.
“Geen enkele aanwijzing van fraude voor Kosovo”
Het FAVV benadrukt dat er voor de melding van de wanpraktijken aan de Kosovaarse grens “geen aanwijzingen waren dat er eerder sprake was van fraude met de etikettering of van vervalsing van diepvriesgevroren vlees bij Veviba of een ander lid van de Verbist groep. Het FAVV was op geen enkel moment op de hoogte gebracht van de specifieke problemen in de bedrijven van de Verbist groep, niet door de OCI’s, niet door de operatoren, niet door de consumenten".
“De controles gebeurden volgens de regels”
Verschillende media berichtten over onregelmatigheden die zich zouden hebben voorgedaan tijdens het controleproces van het FAVV. Zo konden we lezen dat sommige controles op voorhand werden aangekondigd, ze gewoon niet plaatsvonden of ze werden ingekort. In zijn rapport schuift het FAVV al die beschuldiging van tafel door te benadrukken dat het werkte volgens de Europese regelgeving. “In tegenstelling tot de berichten die in de pers verschenen, werden de controles en inspecties bij Veviba en andere vestigingen van de Verbist groep niet aangekondigd, zijn ze correct verlopen en heeft elke controle ook lang genoeg geduurd”, klinkt het in het rapport. Volgens La Dernière Heure, die toegang kreeg tot de 4.000 pagina’s van het rapport (bijlagen inbegrepen), zou het voedselagentschap de afgelopen twee jaar nochtans geen diepgaande controles hebben uitgevoerd bij Veviba.
“Grondig nadenken over onze manier van onderzoeken”
In het rapport geeft het voedselagentschap de beperkingen van zijn aanpak toe. “We moeten grondig nadenken over de manier waarop we onze fraude-onderzoeken in de toekomst zullen voeren. En we vragen dat de audit die door het FAVV werd aangekondigd, ook rekening houdt met die aspecten”, meldt het agentschap. Het FAVV roept op tot een betere samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten en/of de juridische diensten. “We moeten ons de vraag stellen of we deze aanpak niet kunnen optimaliseren en of het hierbij gaat om een aspect dat kan onderzocht worden tijdens de audit."