Biergigant AB InBev zag zijn omzet in het derde kwartaal van dit jaar groeien met 2,7% tot 13,2 miljard dollar. De biervolumes gingen daarentegen met 0,5% achteruit en ook de winst stagneerde. Topman Carlos Brito verlaagt dan ook de verwachtingen voor heel boekjaar 2019.

In het derde kwartaal wist de Leuvense biergigant zijn omzet met 2,7% op te krikken tot 13,2 miljard dollar. De opbrengsten per hl namen op hun beurt toe met 3,0%, een gezonde groei ten gevolge van de aanhoudende premiumisering en initiatieven op het vlak van opbrengstenbeheer die gedeeltelijk tenietgedaan werd door vooruitgang binnen de betaalbaarheidsstrategie van AB InBev. 

In de eerste 9 maanden van dit jaar steeg de omzet met 4,8% tot 39 miljard dollar, en de opbrengsten per hl met 3,7%.

Bierverkoop zakt weg

In tegenstelling tot de omzet, daalden de totale biervolumes in het derde trimester met zo’n 0,5% tot 143,4 miljoen hl. Daarbij zakte het volume eigen bieren met 0,9%, maar wist het volume niet-bieren een stijging van 4,0% op te tekenen. “De sterke groei op markten zoals Mexico, Zuid-Afrika en Colombia werd meer dan tenietgedaan door een daling in China en de VS, die in beide landen het gevolg was van de impact van de fasering van de leveringen”, verduidelijkt AB InBev.

In de afgelopen 9 maanden stegen de totale volumes met 1% tot 419,5 miljoen hl. Daarbij was het volume eigen bieren goed voor een stijging van 0,7% en het volume niet-bieren voor een groei van 3,6%.

Winst stagneert

Toch zit er niet alleen een haar in de boter bij de bierverkoop, ook de resultaten van de brutobedrijfswinst bleven onder de verwachtingen. De groei stopte in het derde kwartaal en klokte af op 5,3 miljard dollar, met als gevolg dat de winstmarge met 107 basispunten tot 40,2% zakte onder meer ten gevolgen van de fasering van de verkoop- en marketinginvesteringen.

Wat de grote schuldenberg van de Leuvense biergigant betreft, is er wel vooruitgang. “Na de succesvolle beursgang van de Aziatische tak van de biergigant, Budweiser APAC, en rekening houdende met de verwachte opbrengsten van het afstoten van Australische activiteiten (met uitzondering van de EBITDA van de laatste 12 maanden van de Australische activiteiten), zal de verhouding tussen nettoschuld en EBITDA lager dan 4x zijn einde 2019, een jaar eerder dan oorspronkelijk verwacht”, verduidelijkt AB InBev. 

“Het derde kwartaal van 2019 was een hele uitdaging, vooral onder impuls van de fasering van de leveringen in China in het tweede kwartaal, voorafgaand aan de activeringen in de zomer, de hogere kostprijs verkochte goederen per hl door aanzienlijke ongunstige grondstofprijs- en valutaschommelingen, en de impact van de jaar-op-jaar fasering van onze verkoop- en marketinginvesteringen vooral gedreven door de 2018 FIFA World Cup Russia. Daarnaast zorgden de prijsstijgingen doorgevoerd in Zuid-Korea en Brazilië voor volumedalingen, welke werden versterkt door lagere consumentenvraag in het licht van de moeilijke macro-economische omstandigheden.”

Gematigde vooruitzichten

Toch blijft AB InBev optimistisch voor de toekomst. De Leuvense brouwerij verwacht dat de opbrengsten voor het boekjaar 2019 een mooie groei zullen kennen, naar eigen zeggen onder impuls van de sterke resultaten van de merkenportefeuille van AB InBev en degelijke commerciële plannen. “Op markten met een zwak economisch klimaat versnellen we onze inspanningen op het vlak van betaalbaarheid met initiatieven die lagere opbrengsten per hl opleveren maar toch een bijkomende winst genereren", aldus CEO Carlos Brito. "Dat zou ertoe moeten leiden dat de opbrengsten per hl minder sterk groeien dan de inflatie in het boekjaar 2019. We verwachten nog steeds een meer gebalanceerde omzet tussen volumes en opbrengsten per hl en gaan er nog altijd van uit dat onze totale kosten minder dan de inflatie zullen toenemen. Alles bij elkaar genomen blijven we vertrouwen hebben in onze strategie en in de fundamentele sterkte van onze activiteiten, ook al verwachten we nu een gematigde EBITDA-groei voor boekjaar 2019 omwille van de zwakkere resultaten in het derde kwartaal waarvan we vermoeden dat deze trend zich in het laatste trimester doorzet.”