Schoenenketen Brantano, van oudsher een baanwinkel, trekt naar de stad. Dieter Penninckx van moederbedrijf FNG ziet ruimte voor vijf tot tien winkels op toplocaties in stedelijke winkelstraten, zegt hij in een interview met Gondola.

Het gaat hard voor schoenenwinkel Brantano. Eind vorig jaar was de keten nog op sterven na dood, maar na de overname door FNG is het merk terug springlevend. De winkels kregen een makeover en het aanbod werd uitgebreid met kleding. Met succes: de omzet gaat de hoogte in. En intussen kijkt Dieter Penninckx, CEO van FNG, al verder. Hij wil met Brantano naar de stad, omdat daar een belangrijk deel van het jonge publiek te vinden is waar Brantano op mikt. 

Potentieel

“We zien potentieel voor Brantano in stadscentra. Nu is de keten vooral een baanwinkel, maar waarom zouden we niet op de Meir in Antwerpen aanwezig zijn? Of in andere grote winkelstraten? Mensen die in de stad gaan winkelen, gaan niet naar onze baanwinkels. Als we hen willen aanspreken, moeten we naar daar gaan. We zien potentieel voor vijf à tien winkels in Belgische steden. Maar dat is waarschijnlijk nog niet voor 2018, eerder voor het jaar daarna. We willen dit rustig uitbouwen.”

Spontaan

De overstap naar stedelijke locaties is een overstap die wel meer winkels maken. Onder meer Decathlon en Ikea volgende dezelfde weg. Een meer stedelijk publiek aanspreken met baanwinkels blijkt niet makkelijk te zijn. Intussen gaat het Brantano voor de wind. Sinds de vernieuwing van de winkels en het uitbreiden van de winkels stijgt de omzet. “We zien dat veel mensen meer aankopen doordat er ook kleding. Mode is vaak een spontane aankoop: als mensen iets zien dat hen bevalt, kopen ze het”, zegt Dieter Penninckx, CEO van FNG.