Hoe kan het dat Nederland zowel België en Duitsland aftroeft in e-commerce en distributiecentra? Gondola nam een blik achter het succes van de Nederlandse e-commerce en sprak met buitenlandse uitzendkrachten, arbeidsmarktspecialisten en werkgevers.

Malwina Korzeniowska, een goedlachse Poolse met bolle wangen, is sinds vier jaar een van de ontelbare arbeidsmigranten in Nederland. Ze liet haar familie, een goed betaalde job bij een farmaceutisch bedrijf en een doktersdiploma achter om samen met haar verloofde naar Nederland te komen. Ze werkt in een distributiecentrum van Albert Heijn, waar ze nieuwkomers opleidt: ze toont hen wat ze moeten doen, hoe ze orders moeten controleren en waar ze moeten op letten. “Het is geen droomjob, ik hoop dat ik hier dokter kan worden eens ik genoeg Nederlands ken. Maar tot het zover is, ben ik er tevreden mee. Het gros van de mensen die hier werken, komen uit Polen, Slovakije of Spanje. Voor hen is het verschil in loon heel groot: in Polen verdien je 400 à 600 euro per maand als je geen diploma hebt. Hier verdien je een veelvoud daarvan. Zelf verdien ik nu 2.000 euro per maand.” 

Roemeen Stefan (schuilnaam) schudt met het hoofd als hij het hoort. “2.000 euro? Dat is niet representatief voor wat je hier verdient. Ik werk als orderpicker in het fullfillmentcenter van bol.com in Waalwijk. Maandelijks verdien ik 1.500 à 1.600 euro. En ik betaal 400 euro per maand voor een kamer die ik met een landgenoot deel. Ik verdien meer dan in Roemenië, maar ik ben niet van plan dit heel lang te blijven doen. De job is ok, ook al is het lastig: meer dan 15 kilometer per dag stappen, dat is niet te onderschatten. Ik zou zelfs méér willen werken, maar het is zomervakantie nu, mensen bestellen niet veel. Ik verblijf in een hotel in Nispen (net over de grens met België, red). De verveling slaat toe als je niets om handen hebt. We zitten echt in the middle of nowhere. Niets dan weiden en akkers, voor zo ver je kan zien. Bovendien verdien je niets als je niet opgeroepen wordt: dubbele pech.” Hij haalt gelaten zijn schouders op. “Ach, het is beter dan niets.”