In Nederland zijn bijna alle 242 franchisenemers van Albert Heijn naar de rechtbank getrokken. De zelfstandige AH-ondernemers betalen te veel voor de producten die ze van AH afnemen, vinden ze. 

 

Albert Heijn en haar franchisenemers liggen al jaren in de clinch over onverdeelde opbrengsten. De zelfstandige ondernemers willen mee delen in inkoopvoordelen, internetverkoop, bonussen en andere opbrengsten van Albert Heijn. Toch is dat niet waar de rechtszaak, die deze week gestart is, om draait. Deze rechtszaak is het gevolg van een conflict over onverdeelde marge. Volgens de franchisers onttrekt AH via allerhande trucs gelden hieraan, waardoor zij te veel betalen voor hun producten. Het gaat onder andere over ‘bulkkortingen’ bij leveranciers, die AH niet altijd zou doorrekenen. De keten houdt dus een deel achter, menen de franchisenemers.

Volgens AH hebben de zelfstandigen echter alleen recht op omzetpremies die het ontvangt van leveranciers. De retailer verwijst daarvoor naar de franchiseovereenkomst. “Zij ontvangen boven een bepaalde drempel een gedeelte van omzetpremies en bonussen die Albert Heijn ontvangt van leveranciers van de producten die mede door de franchisenemers worden verkocht. Die bonussen en omzetpremies die betrekking hebben op die producten worden onverdeelde marge genoemd,” zeiden de advocaten van Albert Heijn.

De franchisers proberen via de rechtszaak de onverdeelde marge om te vormen tot “een soort eenzijdige winstdelingsoverenkomst” vindt AH. Maar dat kan enkel als de hele franchiseovereenkomst herbekeken wordt. 

Het gaat om veel geld. Alleen al tussen 2008 en 2012 zou het gaan om en nabetaling van meer dan 1 miljoen euro per winkel. In de jaren daarna zou dat bedrag nog hoger opgelopen zijn. Als de franchisers hun gelijk halen, is het voor Albert Heijn niet meer rendabel om via franchise winkels te exploiteren, zeggen de AH-advocaten.