Het gonsde al een tijdje van de geruchten toen Delhaize dan toch zijn besparingsplan aankondigde. Maar dat er zoveel banen en winkels zouden sneuvelen had niemand gedacht. Een overzicht van hoe het zover is kunnen komen voor de retailer.
De nieuwe CEODe vakbonden trokken vorige maand al aan de alarmbel. Ze vreesden dat de directie van Delhaize van plan was om te besparen. Enkele weken later bevestigde de directie op de aandeelhoudersvergadering van 22 mei dat er aan een besparingsplan gewerkt werd, om competitief te blijven. Ontslagen werden bevestigd noch ontkend, en over winkelsluitingen werd met geen woord gerept. Tot zakenkrant De Tijd afgelopen weekend berichtte dat Delhaize winkels wou sluiten. Volgens een bron zou er binnen de directie al twee jaar over een kostenbesparing gesproken worden, maar werden er nooit knopen doorgehakt. De komst van Frans Muller aan het hoofd van de Delhaize Groep heeft hier verandering in gebracht. Hij is duidelijk bereid om de handen vuil te maken, en met de borstel door de organisatie van Delhaize te gaan. Mogelijk is dat ook de reden waarom hij al enkele topmensen (Dirk Van den Berghe, Stéfan Descheemaeker) zag vertrekken?
Niet-rendabele winkels
De reden die Delhaize zelf eerst aanhaalt voor de sluitingen is de groeiende loonkosten voor de activiteiten in eigen beheer. Delhaize beschikt over te veel en te duur personeel. De marges in de winkels in beheer zijn aanzienlijk kleiner dan die van winkels in franchise, en die van de concurrentie. “In vergelijking met haar belangrijkste concurrenten wordt Delhaize België geconfronteerd met een groeiende structurele kostenhandicap op het vlak van loon- en arbeidsvoorwaarden voor de supermarkten in eigen beheer." De rentabiliteit van Delhaize ging sinds 2010 met 30% achteruit. Die van de winkels in eigen beheer daalde met maar liefst 78%.
Delhaize wil de kosten nu drukken door niet-rendabele winkels (in Aarschot, Berlaar, Diest, Dinant, Eupen, Genk, Herstal, Kortrijk Ring, La Louvière, Lommel, Dendermonde, Tubize, Turnhout en Schaarbeek) te sluiten en de komende drie jaar 2.500 medewerkers te ontslaan. Wie aan boord blijft zal bovendien moeten inleveren. Delhaize wil de lonen aanpassen “aan de loonschalen van de concurrenten”. De betaalde pauzes zullen naar alle waarschijnlijkheid ook sneuvelen.
De concurrentie
En zo zijn we bij het volgende punt gekomen: de concurrentie. Die is de laatste jaren steeds sterker geworden. Niet alleen is er de traditionele lage prijzenkampioen Colruyt, ook Lidl is een te geduchte concurrent geworden. De discounter verbreedde zijn assortiment en investeerde met succes in zijn winkels, en dat kost Delhaize marktaandeel. En dan is er nog de komst van het Nederlandse Albert Heijn, die Delhaize pijn doet. De supermarktketen heeft een gelijkaardige winkelformule en mikt met zijn assortiment op ongeveer dezelfde consument als Delhaize. Het grote verschil is dat Albert Heijn met lagere prijzen en sterkere promoties kan uitpakken, en dat terwijl Delhaize nog steeds met zijn duur imago zit. Zeker in tijden van economische crisis en een prijsbewuste consument is dat een groot nadeel. De keten zette wel in op prijsverlagingen, maar dat lijkt niet aan te slaan bij de consument en kost bovendien marge.
De prijzenoorlog
Sinds de komst van AH wordt er wel eens gesproken over een prijzenoorlog op de Belgische markt. Hoe dan ook heeft de retailer, die aan Nederlandse voorwaarden en met schaalvoordeel kan inkopen, de marges van de concurrentie fel onder druk gezet. Zo tekende Delhaize in haar laatste kwartaalcijfers (Q1/2014) een omzetdaling van 0,8% en een winstdaling op. De marges daalden van 4,8% tot 3,1% bij de supermarktketen. Met de aangekondigde besparingen lijkt Delhaize dan ook het eerste slachtoffer van deze prijzenslag.