Paul Polman, voormalig topman van Unilever, wordt door sommigen op handen gedragen als een duurzaamheidsgoeroe, een vernieuwer die zijn tijd ver vooruit is. Een nieuw boek laat zien hoe Polman botste met de harde realiteit en zijn imago een knauw kreeg. “Hij is van zijn voetstuk gevallen, maar ik ben ervan overtuigd dat hij in 2025 en 2030 als een pionier zal worden beschouwd.”

In Nederland zijn ze behoorlijk gefascineerd door Paul Polman, de topman die Unilever ooit omschreef als de grootste ngo ter wereld. Zo gefascineerd dat auteur Jeroen Smit er een boek over schreef dat vandaag verschijnt: ‘Het Grote Gevecht’. De titel verwijst naar de strijd die Polman voerde om met Unilever een betere wereld te creëren, tegen tegenstand van binnenuit en van buitenaf in. Het scharniermoment voor Unilever en Polman is daarbij vrijdag 10 februari 2017, wanneer bekend wordt dat het Amerikaanse Kraft Heinz samen met de Braziliaanse investeringsmachine 3G het bedrijf voor 135 miljard euro willen overnemen. Het gaat de potentiële kopers om saneren en geld verdienen, niet om de duurzaamheid waarmee Polman bezig is. Het lijkt op een brutale hold-up, maar vooral ook een persoonlijke tragedie voor de topman die zijn levenswerk door zijn vingers ziet glippen. 

De verkoop gaat uiteindelijk niet door, omdat Polman alles uit de kast haalt om het tegen te houden. Toch komen hij en zijn bedrijf niet ongeschonden uit de strijd. Het is duidelijk geworden dat investeerders bereid zijn om het bedrijf over te nemen en winstgevender te maken door de duurzaamheidsideeën van Polman overboord te gooien. Het zou hem ertoe aanzetten meer oog te hebben voor de financiële kant van de zaak, een toegeving die voor hem een halve nederlaag – en misschien wel meer dan dat – betekent. Zo moet hij voor miljarden euro’s eigen aandelen aankopen, iets waar niet de wereld, maar wel de aandeelhouders beter van worden. Polman heeft een niet mis te verstane omschrijving voor de aasgieren die enkel financieel gewin voor ogen hebben bij de overname van Unilever: halve mensen.