De omzetcijfers van Nestlé, Unilever en PepsiCo pieken, ondanks de hoge inflatie en toegenomen kosten. Door de hogere kosten door te rekenen, kunnen de voedingsreuzen hun winst veiligstellen.

Supermarkten en voedingsbedrijven zijn in een strijd verwikkeld om zo weinig mogelijk opgezadeld te worden met de stijgende energiekosten en hoge inflatie. Voorlopig komen verschillende grote voedingsbedrijven daar goed uit: hun omzet gaat de hoogte in en hun winstmarge blijft intact. Nestlé verhoogde de prijzen met 7,5% om de hogere kosten op te vangen, zonder dat het weegt op de omzet. Integendeel: het bedrijf zet de sterkste groei sinds 2008 neer: +9,2%. De omzet bedroeg omgerekend bijna 70,5 miljard euro. De groei komt vooral door de prijsverhoging, al is er ook een onderliggende organische groei van 1%. Ondanks de hoge inflatie blijven consumenten dus nog altijd kiezen voor bekende merken.

Ook PepsiCo doet het goed. Al voor de tweede keer dit jaar verhoogt de chips- en drankfabrikant de winstvooruitzichten. De volumes dalen met 1%, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de prijsverhogingen die het doorvoerde, waardoor de omzet met 9% stijgt. Het nettoresultaat bedroeg 2,7 miljard dollar, iets meer dan de nettowinst van 2,22 miljard dollar een jaar geleden. Eerder legde ook Unilever uitstekende resultaten voor de eerste jaarhelft voor, met weliswaar een daling in het volume, maar een grotere omzet (+8,1%) die te danken was aan prijsstijgingen van om en bij 10%. De sterkste merken van de groep groeiden met 9,4%. Het is wel nog wachten op de nieuwe kwartaalcijfers van Unilever, die volgende week donderdag bekend gemaakt worden.