Hoe groter de concurrentie wordt, hoe meer winkels gaan wedijveren om zich verleidelijk op te stellen voor de klant, zonder de nodige operationele efficiëntie uit het oog te verliezen. Wat zijn de trends op dat gebied? We legden de vraag voor aan enkele bedrijven die zich specialiseren in het inrichten en uitrusten van winkels.

Als we de heisa in de media mogen geloven, zou alles in de foodretail alleen nog om de prijs draaien. Uit bezorgdheid om hun koopkracht zouden consumenten enkel nog oog hebben voor de prijs, en niets anders dan de prijs. Het is niet onze bedoeling om dat economisch criterium dat mee de keuze voor de ene of de andere winkelketen bepaalt te minimaliseren. Maar we vinden het wel te simplistisch om de prijs te beschouwen als de enige factor die het succes van een supermarkt zou bepalen. Iedereen heeft zijn of haar ‘favoriete winkel’ omwille van een aantal argumenten, en de combinatie daarvan maakt die winkel tot een goed compromis dat veel complexer is dan wat de klanten beweren. In die mix van argumenten is zeker ook een rol weggelegd voor het uitzicht van de winkel en de beleving die hij biedt bij het winkelen. Op dat vlak hebben alle spelers op de markt de voorbije tien jaar de lat wat hoger gelegd. We denken hier in het bijzonder aan de hard discounters: zonder een duimbreed toe te geven op hun doelstelling van rationaliteit en hun voorliefde voor opstellingen op palletten en in ‘shelf ready packaging’, hebben discounters hun winkels groter, mooier en ook veel verleidelijker gemaakt dan vroeger. Lijken alle supermarkten vandaag dan op elkaar, ongeacht de winkelketen? Neen, kijk bijvoorbeeld maar naar Colruyt, die zich duidelijk onderscheidt van de concurrentie, zowel qua inrichtingsplan als meubilair. Dat is een bewuste keuze, die wordt gerechtvaardigd met argumenten als operationele efficiëntie en zuinigheid. In haar meest recente reclamecampagne herinnert de winkelketen daar nog een keer aan: “Zeg me hoe je winkel eruitziet en ik zal je zeggen wie je wilt zijn.”