Alexander De Croo: “Anticiperen op de toekomst en verandering faciliteren”
Onze economie zit in een groot digitaliseringsproces, en dat heeft de overheid goed begrepen. Op federaal niveau is het vicepremier Alexander De Croo van Open Vld die bevoegd is voor de Digitale Agenda, naast zijn andere bevoegdheden Ontwikkelingssamenwerking, Telecom en Post. Een prima gelegenheid voor Gondola om even aan de minister zelf te vragen hoe hij de uitdagingen ziet die gelinkt zijn aan deze snelle evolutie.
Er wordt vaak beweerd dat België achterloopt op gebied van e-commerce. Bent u het eens met deze analyse?
Je kunt inderdaad niet ontkennen dat België achterophinkt op gebied van e-commerce, niet het minst omdat heel wat van de belangrijke sites op de Belgische markt opereren vanuit onze buurlanden, vooral Frankrijk en Nederland. De belangrijkste indicator hiervan is dat 60% van de Google Ad Words voor België aangekocht wordt vanuit het buitenland. Ons land heeft hier heel wat in te halen. E-commerce groeit immers een pak sneller dan de gewone handel, en de smartphonerevolutie verandert fundamenteel het koopgedrag, ook in de winkel.
Welke concrete projecten worden er gelanceerd om dit in te halen?
Begin mei, dat is dus heel recent, heb ik samen met mijn collega Willy Borsus het E-Commerce Platform gelanceerd. Het gaat hier om een permanent overlegforum tussen de sector en de overheid. Dit is een methode die al met veel succes gebruikt werd in de biofarma. Op zo’n forum gaat het niet om de grote theorieën, maar om een concrete aanpak die antwoord moet bieden op de specifieke uitdagingen waar we op dit vlak voorstaan. Zo wordt er bijvoorbeeld in eerste instantie naar gestreefd om nachtwerk mogelijk te maken in de sector van de e-commerce. Dat is een punt waar vandaag gesprekken over gaande zijn met de sociale partners.
Is het echt de rol van de overheid om de drijvende kracht te vormen achter dit soort van nieuwe domeinen?
Het is in ieder geval haar rol om lessen te trekken uit dit experiment. Als de geschiedenis aantoont dat België niet voldoende proactief is geweest op het vlak van e-commerce, moeten we er dubbel zo hard op letten niet dezelfde vergissing te begaan wat betreft andere digitale innovaties die nu volop opgang maken, zoals 3D-printen, innovaties in de transportsector of de rol van ‘slimme objecten’ in de industrie, de zogenaamde Industry 4.0. Het is niet de overheid die op dit gebied de initiatieven van de Belgische operatoren gaat dragen, maar ze moet er wel voor zorgen dat deze hun verantwoordelijkheid in de best mogelijke omstandigheden kunnen nemen.
De overgang naar de digitale samenleving baart mensen ook zorgen. En dan hebben we het vooral over de veiligheids- en privacyproblemen…
Een goed cyberveiligheidsbeleid is niet alleen een sleutelvoorwaarde voor onze digitale economie, het is ook essentieel voor de toekomst van onze democratieën. Het is dan ook essentieel dat alle spelers, zowel de privésector als de overheid, overtuigd zijn van het belang ervan en daar ook op inzetten. Er moet niet alleen in infrastructuur worden geïnvesteerd, maar ook in vorming. De federale staat is bezig met het oprichten van een Centrum voor Cybersecurity. Enkele weken geleden heeft de Europese Commissie in het kader van de Digital Single Market hierover ook al maatregelen aangekondigd. De politiek heeft een belangrijke rol te spelen in het creëren van een veilige digitale omgeving. Eén van de vijf pijlers van Digital Belgium, de digitale strategie voor België die ik enkele weken geleden heb gelanceerd, gaat specifiek over cybersecurity en het vergroten van het vertrouwen online. We bereiden wetgeving voor die de consument vertrouwen geeft in onlinetransacties, maar tegelijkertijd de weg vrij laat voor innovatie en gezonde concurrentie.
Er wordt ook gepraat over burgerinitiatieven…
Net zoals de overheid moeten ook private spelers op hun hoede zijn. Niemand verwacht toch van de Staat dat deze controleert of de burgers hun sleutel niet op de deur laten zitten als ze hun huis verlaten? Bewustmakingscampagnes zijn uiteraard nodig, zowel voor particulieren als voor kmo’s. Daarom hebben wij in het kader van het Start-up Plan een belangrijke incentive ingebouwd voor wie wil investeren in cybersecurity. Zo mogen kmo’s die willen investeren in dat domein vanaf 2015 een eenmalige aftrek doen van 13,5%, in plaats van de gebruikelijke 3,5%.
Moeten we bang zijn voor jobverlies in de digitale samenleving? Zullen er banen verloren gaan voor ongeschoolde arbeiders, of zullen die functies verschuiven naar andere taken? Om een voorbeeld uit de sector te gebruiken: minder mensen aan de kassa maar meer in het logistieke centrum?
Dat is nu al een realiteit. Het leeuwendeel van de groei is vandaag rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg van digitale ontwikkelingen. Langs de ene kant zorgen die inderdaad voor het verlies van banen, maar onderzoek toont aan dat er in wezen meer jobs gecreëerd worden dan er verdwijnen. Die nieuwe functies zullen uiteraard verschillen van degene die hun bestaansreden verliezen. De Europese Commissie gaat ervan uit dat tegen 2020 er 89% van de banen digitale competenties zullen vereisen. Dat is een enorme uitdaging waar we nu al op moeten anticiperen. Ik werk samen met Saskia Van Uffelen, CEO van Ericsson Belux en Digital Champion voor België, en met de drie ministers van onderwijs aan de lancering van een coalition of the willing, die zich zal bezighouden met het versterken van deze competenties.
De digitalisering van de economie gaat met rasse schreden vooruit. Het gaat zo snel dat de vooruitgang weleens botst op een wettelijk kader dat niet voorzien is op de logica ervan.
De razendsnelle evolutie van de digitale wereld, die gepaard gaat met de opkomst van nieuwe businessmodellen die sommige sectoren grondig veranderen, vereist uiteraard een soepele overheid met een grote reactiesnelheid. Langs de ene kant kun je de innovatie niet zomaar verwerpen omdat ze niet in het wettelijk kader of de bestaande regelgeving past, langs de andere kant kun je geen situatie creëren waar alles zomaar toegelaten is en waarin nieuwe spelers van voordelen genieten die de bestaande niet hebben. Je moet de juiste middenweg bewandelen door efficiënte regelgeving te creëren die wordt gekenmerkt door eenvoud en intelligentie. Ik denk bijvoorbeeld aan wetgeving die niet speciaal gemaakt is voor één enkele technologie of speler, maar technologisch neutraal is, zodat ze niet na enkele jaren al verouderd is.