Nu PostNL niet ingaat op het derde en finale bod van bpost, staat het Belgische post- en pakjesbedrijf voor moeilijke keuzes. Niet alleen om zich op de Nederlandse markt te begeven, maar ook om de eigen activiteiten veilig te stellen en verder uit te breiden. Een analyse. En wat speculatie.
Over de redenen van het mislukken van het bod is al veel inkt gevloeid. De Nederlanders leggen de schuld bij de Belgen en vice versa. Er zou sprake zijn van economisch en politiek protectionisme. Nu doet het er eigenlijk niet meer toe. De weerstand van PostNL, die vertrouwen heeft in haar ‘stand alone’ strategie, duidt erop dat een vijandelijk overnamebod geen enkele zin zou hebben. Als een vriendelijk bod niet lukt, zou het absurd zijn om zoiets te ondernemen. Het is over en uit.
Wel heeft het Belgische bod sommige aandeelhouders van PostNL wakker geschud. Zij stellen zich de vraag of het bedrijf op de langere termijn die stand alone strategie kan aanhouden en werkelijk kan opboksen tegen veel grotere spelers. Die vraag geldt natuurlijk ook voor bpost. Meer nog dan voor PostNL. De grotere groepen, met name UPS, FedEx en DHL bouwen in Europa hun posities uit. Zeker nu crossborder e-commerce aan de vooravond staat van een Europese explosie. Ook twee andere grote spelers zullen zich niet onbetuigd laten: het Franse La Poste (en diens vrachtdochter GeoPost/DPD) en het Britse Royal Mail (met GLS).
Door het mislukken van het in elkaar schuiven van bpost en PostNL, missen beiden bedrijven de mogelijkheid om meer schaalvoordelen te creëren en hun slagkracht te vergroten. Zij zullen voor hun export crossborder pakjes moeten gaan aankloppen bij concurrenten. Samen hadden ze een veel betere onderhandelingspositie gehad. Nu zijn ze allebei zwakker.
Omgekeerd geldt overigens hetzelfde: op hun respectievelijke markten zijn bpost en PostNL ‘incontournable’ op gebied van de B2C-pakjesleveringen. Zeker nu dat ze zwakker uit de strijd komen, lijkt het niet onlogisch dat ze beide een overnameprooi zullen worden. Zeker PostNL met zijn heel open aandeelhoudersstructuur.
Een vloek en een zegen
Ook bpost zou - theoretisch gezien - een overnameprooi kunnen worden. Het komt vaker voor dat een bedrijf dat op een berg geld zit en dat faalde in een overnamepoging, zelf onmiddellijk belaagd wordt. In het geval van bpost is dat echter zeer onwaarschijnlijk: de staat heeft rechtstreeks en onrechtstreeks 51,04% van de aandelen in handen. Dat is een vloek en een zegen. Een vloek – zoals bleek uit het Nederlandse avontuur – omdat dat enorm veel argwaan en vrees voor inmenging van de politiek kan wekken – maar ook een zegen: zolang de staat grootaandeelhouder is, zal niemand zich aan een overnamebod wagen.
Maar op zijn beurt is die zegen ook een vloek. Als een van de grotere spelers de Benelux-markt - en meer bepaald de Belgische - wil aanvallen met een overname, dan kan dat enkel met die van PostNL, vermits bpost in de huidige stand van zaken niet in aanmerking komt. Die grotere spelers hebben diepe zakken en zouden kunnen slagen waar bpost niet in geslaagd is. In het geval dat een overname van PostNL lukt, heeft bpost op eigen bodem een groot probleem. Want dan zouden de kenmerken van de Belgische markt in zijn nadeel spelen. Waarom?
50% is import
De Belgische B2C-pakjesmarkt – die met e-commerce de grootste groeier is - kan vandaag geschat worden op ongeveer 250.000 pakjes per dag. Met 126.000 pakjes per dag heeft bpost een aandeel van ca. 50%. Maar PostNL is zeer ambitieus. Nu al verdeelt het naar schatting 30.000 pakjes per dag in ons land. Vooral in Vlaanderen, maar sinds kort groeit het ook in Wallonië (waar het samenwerkte met DPD, maar dat contract is beëindigd). PostNL is dus een fameuze challenger aan het worden. Een kenmerk van de Belgische B2C-pakjesmarkt is echter, zo vertrouwde ons een kenner van de markt toe, dat 50% van die pakjes bestaat uit import. Van de vijf grootste e-commercetrafieken in België komen vier uit het buitenland: die van Zalando, Bol.com, Amazon en Coolblue. De enige grote Belgische speler is Vente-exclusive (die is in Franse handen, maar het fulfilment zit nog in België).
De importtrafieken worden in onze buurlanden gegenereerd: in Nederland, Duitsland, Frankrijk en in mindere mate het VK. Het ligt dus in de lijn van de logica dat PostNL binnen afzienbare tijd in het vizier komt te staan van Duitse, Franse of Britse concurrenten. Lees: Deutsche Post/DHL, Geopost/DPD (overigens de nummer 3 op de Belgische markt) en Royal Mail/GLS. Of van FedEx en UPS, die op de markten van de ons omringende landen sterker staan in de B2C-leveringen dan bij ons. Hun slagkracht is groot en de concurrentie voor bpost op de binnenlandse markt dreigt dus moordend te worden, zeker als één van hen PostNL zou overnemen.
Moeilijke keuzes
Dit is natuurlijk zuivere speculatie. Maar het kan niet anders dat bpost rekening houdt met zo’n scenario. “We zullen andere opportuniteiten zorgvuldig blijven onderzoeken om onze sterke balans aan te wenden en onze groei verder te versnellen”, stelde het bedrijf in een perscommuniqué na het mislukte overnamebod op PostNL.
Feit is dat bpost het geld heeft om nieuwe overnames of investeringen te doen. Maar dewelke? Als het wil groeien in de pakjes, lijkt groei in Nederland de beste optie. In andere (buur)landen lijkt moeilijk: in de Benelux zijn de distributieafstanden kort. Dat vraagt de nodige marktkennis, die bpost heeft. In Frankrijk, Duitsland of het VK zijn die afstanden veel groter. Dat vraagt om schaalgrootte en aangepaste know how, die het niet heeft.
Alternatieven
Maar hoe kan bpost in Nederland groeien? Zelf een ‘landelijk’ distributienetwerk kan, maar dat vraagt veel tijd en veel geld. Concurrenten van PostNL overnemen kan ook, maar ze zijn – buiten de grote spelers – schaars. Maar er bestaat een andere weg om op de Nederlandse markt binnen te dringen: bpost heeft immers onlangs een substantiële’ participatie genomen in ‘de Buren’, een Nederlands netwerk van automatische pakjeskluizen die 24/24 toegankelijk zijn.
Bpost heeft al ervaring in België inzake pakjeskluizen. Het heeft ook veel ervaring met de afhaalpunten. Met de overname van de Belgische filialen van Lagardère Travel Retail (waaronder de netwerken van Relay en van de Kariboo!-afhaalpunten) groeit die aanwezigheid. Voorlopig zijn beide oplossingen, de afhaalpunten en vooral de pakjeskluizen, weinig populair bij de e-consument. Die verkiest overduidelijk de thuisleveringen, liefst gratis. Deze zijn echter niet duurzaam, noch op milieuvlak, noch op economisch vlak. Op termijn zullen de webshops voor de thuisleveringen moeten laten betalen, of ze via gratis afhaalpunten en de pakjeskluizen moeten laten gebeuren. Dat zal niet onmiddellijk gebeuren, maar het kan bijna niet anders dat er verandering komt: gratis thuisleveringen zijn op termijn geen winstgevend business model voor de e-shops. De alternatieven echter wel. Het is overigens niet voor niets dat UPS een paar jaar geleden Kiala heeft overgenomen.
Voor bpost was een overname van PostNL eigenlijk de enige mogelijkheid om een grote slag te slaan. Nu dat niet doorgaat, is de kans groot dat het nog meer zal investeren in gespecialiseerde diensten en atypische overnames zal nastreven. Het zal meer creativiteit vergen en zal minder voor ‘headline news’ zorgen, maar vermoedelijk is dat de beste en meest winstgevende weg.