
iStock
Breaking news
iStock
De Belgische inflatie steeg in 2024 naar 4,3%, tegenover 2,3% een jaar eerder. In Duitsland, Frankrijk en Nederland daalde de levensduurte. De Belgische voedingsinflatie daalde, maar blijft met 5% wel nog hoog.
Vooral de stijgende inflatie voor energie zorgt ervoor dat de totale levensduurte in ons land steeg, blijkt uit het jaarverslag 2024 van het Prijzenobservatorium van de FOD Economie. Het wegvallen van de impact van de steunmaatregelen voor gas en elektriciteit zorgde ervoor dat de inflatie voor energie met 9,7 % steeg. “Dat komt omdat de steunmaatregelen in 2023 mee werden opgenomen in de berekening en dat voor een volledig jaar. Zo werd het eerste basispakket van november 2022 gespreid over 12 maanden tot oktober 2023. Dat was ook het geval bij de andere steunmaatregelen. Het verdwijnen van dat basispakket blijft de inflatie tot februari 2025 verhoge. Zonder de impact van die steunmaatregelen zou de energie-inflatie -5,2 % en de totale inflatie 2,6 % (i.p.v. 4,3 %) zijn geweest”, zegt het Prijzenobservatorium. De levensmiddeleninflatie (voedsel, tabak en drank) bedroeg in 2023 nog 12,7% en daalde naar 5% vorig jaar, maar blijft zo nog altijd hoog. De inflatie voor diensten nam af van 6,3 % in 2023 naar 4,3 % in 2024. Ook de accijnsaanpassingen voor tabak, elektriciteit en gas hadden invloed: zo stegen de accijnzen op sigaretten met 2 euro per pakje en kwam er een flexibel accijnssysteem voor elektriciteit en gas. Zonder die accijnsaanpassingen zou de inflatie op 2,9 % (in plaats van 4,3 %) uitgekomen zijn. De hogere inflatie in België contrasteert met die van Duitsland, Frankrijk en Nederland, waar er een daling was. Ook de onderliggende inflatie – zonder onbewerkte voeding en energie – was hoger in België (3,8 %) dan in de buurlanden (2,9 %). Vooral energie en bewerkte voeding verklaren het verschil in inflatie.
Wil je op de hoogte blijven van het laatste retailnieuws (Magazine), onze evenementen (Society) of onze opleidingen (Academy)?