Consumentenvertrouwen in Europa krijgt flinke knauw
Na een record in 2017 en 2018, is het Europese consumentenvertrouwen de afgelopen twee kwartalen fors gedaald. Europa is structureel pessimistischer dan het wereldwijde gemiddelde en wordt gekenmerkt door een sterke heterogeniteit.
Naar aanleiding van de Europese verkiezingen onderzocht Nielsen de vertrouwen van de Europese consumenten, via de studie The Conference Board Global Consumer Confidence Survey. Op internationaal niveau behaalde het consumentenvertrouwen een score van 106 in het eerste kwartaal van 2019, ofwel 1 punt minder dan het trimester ervoor, dat toen een historisch record was sinds de lancering van de index in 2005.
De daling van het consumentenvertrouwen op verschillende mature markten wordt gecompenseerd door de dynamiek in opkomende landen. Concreet blijft het vertrouwen in Azië op het historische niveau van 117, verbetert het in Zuid-Amerika (95), net als in het Midden-Oosten en Afrika (ook een historisch record van 96). In Noord-Amerika herstelde het vertrouwen zich afgelopen trimester en behaalde het een score van 118, na een daling eind 2018…dankzij Canada. In de Verenigde Staten blijft het vertrouwen stabiel.
Europa: heterogene evolutie
De index van het consumentenvertrouwen bleef de laatste jaren in Europa maar groeien, net als de economische groei en de verbetering van de werkgelegenheid. Daardoor klokte Europa in 2017 en 2018 af op zijn hoogste score (87), alvorens weg te zakken tot 84 eind 2018. Dit trimester daalde het consumentenvertrouwen nog met 1 punt.
Het Europees niveau blijft historisch lager in vergelijking met andere regio’s in de wereld. Binnen de Europese Unie hebben de meeste landen een index onder de 100, ofwel een evenwicht tussen optimistische en pessimistische consumenten van een land. Of anders gezegd, in de meeste Europese landen zijn de consumenten eerder pessimistisch, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Azië of Noord-Amerika.
Dit kwartaal werden de sterkste dalingen binnen de Europese Unie vastgesteld in Estland (-9 punten), Spanje (-6 punten), Ierland en Kroatië (-5 punten). De grootste stijgingen waren dan weer terug te vinden in Frankrijk (+8 punten), Finland (+5 punten) en Portugal (+4 punten). In België groeide het consumentenvertrouwen met 2 punten tot 96.
Ondanks stijging in Frankrijk blijft vertrouwenindex nog steeds een van de laagste
Hoewel Frankrijk de grootste groei optekende, eindigt het land nog steeds op een van de laagste niveaus op het vlak van consumentenvertrouwen. Eind 2018 daalde het Franse consumentenvertrouwen met maar liefst 13 punten in één kwartaal, waardoor de index tijdens de gele hesjes revolutie daalde van 77 naar 64. Vandaag klokt de vertrouwensindex af op 72. Enkel Italië en Griekenland doen het slechter met een index van respectievelijk 68 en 70. Opvallend: uit het onderzoek blijkt dat de grootste zorg van de Fransen de inflatie binnen de voedingssector is, gevolgd door de hoge energiefacturen en de klimaatopwarming.
Denemarken hoogste consumentenvertrouwen
In Denemarken was het consumentenvertrouwen dan weer het grootst, met een index van 119, op de voet gevolgd door Nederland (108) en Tsjechië (108).