Sinds 1 januari 2018 zijn de accijnzen op frisdranken opnieuw verhoogd. Het tarief is gestegen van 6,81 cent in 2017 naar 11,92 cent per liter dit jaar. Sinds de start van de regering Michel zijn de accijnzen meer dan verdrievoudigd. In januari 2016 bedroeg de stijging nog 3 cent per liter. Volgens het FIEB heeft deze accijnsverhoging een impact op de prijs en op grensaankopen. En schaadt het het niet alleen de sector van de Belgische water- en frisdrankindustrie, maar ook de Belgische economie.
In augustus 2016, en eveneens een jaar later, trok het Koninklijk Verbond van de industrie van Waters en Frisdranken al aan de alarmbel. De organisatie riep de regering op om de gezondheidstaks af te schaffen. Vandaag, na een nieuwe accijnsverhoging, richt het FIEB zich opnieuw tot de overheid: “We vragen aan de overheid dat ze het geheel van de fiscaliteit met betrekking tot de niet-alcoholische dranken zouden herbekijken. Deze opeenstapeling van taksen en accijnzen doet de koopkracht van de consumenten dalen en tast de rendabiliteit van de Belgische bedrijven sterk aan.”
En het FIEB is niet de enige die zich druk maakt om deze situatie. In september vorig jaar, ontmoetten we Jean Eleynbosch, voorzitter van Fevia, die de gezondheidstaks afschilderde als puur bedrog. “Je moet de burger niet in het ootje nemen. Dit is gewoon een fiscale maatregel om het gat in de begroting te helpen dichten. Die vlaag van belastingverhogingen houdt nog twee andere risico’s in : de consument wordt niet alleen aangezet om te gaan shoppen in het buitenland, maar ook om goedkopere en minder kwalitatieve producten in te slaan”, vertelde hij aan Gondola.
De accijnzen zijn verdrievoudigd
Twee jaar na de eerste accijnsverhoging op frisdranken, volgde er een nieuwe op 1 januari 2018. Het tarief steeg van 6,81 naar 11,92 cent per liter. In januari 2016 was dat slechts 3 cent. Sinds de start van de regering Michel zijn de accijnzen dus meer dan verdrievoudigd.
Koopkracht
“Deze pure fiscale maatregel treft rechtstreeks de koopkracht van de Belgische consument”, bevestigt het FIEB. De organisatie benadrukt dat het Belgische Prijzenobservatorium na de accijnsverhoging van 2016 al heeft vastgesteld dat de accijnsverhoging de voornaamste oorzaak is van de prijsverhoging voor frisdranken.
Meer grensaankopen
Door de prijsstijging, en rekening houdend met de grootte van ons land, kiezen veel Belgen ervoor om producten in het buitenland te kopen. “De economische impact blijft uiteraard niet beperkt tot de producenten van waters en frisdranken: elke euro die in een buurland wordt uitgegeven betekent een verlies voor de Belgische economie. Als de volledige voedingssector in beschouwing wordt genomen, verliezen we ongeveer 100 miljoen inkopen aan Frankrijk alleen”, meldt de federatie.
Uit cijfers van het bureau GfK is gebleken dat de waarde van de grensaankopen voor de categorie van de niet-alcoholische dranken in 2016 opnieuw met 12% is gestegen en al meer dan 89 miljoen bedraagt. 20% van de Belgen doen hun boodschappen in het buitenland en 7% van het water en de frisdranken die door Belgen werden aangekocht, werden over de grens gekocht.
“Fiscale druk”
Het FIEB spreekt van fiscale druk en benadrukt dat er ook rekening gehouden moet worden met allerlei andere taksen en bijdragen die door de sector worden betaald: de verpakkingsheffing (340 miljoen euro per jaar), het Groene Punt (72 miljoen euro), de kilometerheffing en de hoge prijzen voor energie.
Economische impact
De regering wil in 2018 een bedrag van 75 miljoen euro bij elkaar sprokkelen, bovenop de 50 miljoen die sinds 2016 al op een terugkerende manier wordt geheven via de accijnsverhoging. Nochtans is dat volgens het FIEB allesbehalve de juiste manier om de Belgische economie te versterken.
“Alle officiële rapporten geven aan dat de zgn. 'gezondheidstaks' een belangrijke impact heeft gehad op de frisdrankensector. In haar CRB Rapport 2017 stelt de FOD Economie: “De drankensector werd sterk getroffen door de maatregelen in het kader van de "tax shift" die onder andere een verhoging van de accijnzen op alcoholische dranken en de invoering van de zogenaamde "soda taks" inhield.”
“De sector van gebotteld water en frisdranken is niet-delokaliseerbaar en gaat al jaren gebukt onder deze opeenstapeling van taksen. Elke klant die naar Frankrijk gaat om zijn dranken aan te kopen is een verloren klant voor de Belgische bedrijven. De grote fiscale druk doet de effecten van de taks shift volledig teniet en tast de rendabiliteit en de productiviteit van de bedrijven aan. Op termijn zal dit ongetwijfeld ook een impact hebben op de tewerkstelling. Zo is de fiscaliteit allesbehalve een instrument om de economie te versterken…”