“Samen beter eten bereikbaar maken”, zo luidt de titel van een boek van Albert Heijn-CEO Marit van Egmond. Een motto waar ze bij zweert, maar niet altijd makkelijk in de praktijk om te zetten is, leerde ze gaandeweg aan het hoofd van Nederlands grootste supermarktketen. “Klanten gaan soms hun eigen weg, hoe mooi je het op papier ook bedenkt.” Een gesprek in de coulissen van Gondola Day, waar ze de afsluitende spreker was.

Marit van Egmond viert dit jaar haar jubileum als CEO van Albert Heijn. Ze begon vijf jaar geleden aan het hoofd van de supermarktketen, toen de wereld nog geen kennis had gemaakt met de coronapandemie, torenhoge inflatie, oorlog in Oekraïne of ChatGPT − zo snel kan het gaan. Als kind droomde Van Egmond ervan baas van de Efteling te worden, vertelt ze soms wel eens. In plaats daarvan staat ze nu aan het hoofd van Nederlands grootste supermarktketen, met meer dan duizend verkooppunten bij onze noorderburen en binnenkort 80 supermarkten in Vlaanderen. Het is ongetwijfeld ook een beetje een droom die uitkomt, voor iemand die de liefde voor voeding als kind meekreeg. Ze werkt intussen al meer dan een kwarteeuw bij de supermarktketen. “Het is een fantastisch bedrijf als je zoals ik een grote liefde voor eten en drinken hebt. Dat is me echt met de paplepel ingegoten. In mijn jeugd heb ik altijd aardbeien geplukt. Dat is waar mijn liefde voor eten en drinken is ontstaan. Die werd ook gevoed door mijn grootvader, die een slagerij had. De gesprekken aan tafel bij mij thuis gingen zo goed als altijd over eten of drinken. Ik genoot daarvan en ik geniet daar nog steeds van. Ik ben 27 jaar geleden begonnen bij Albert Heijn en ik vind het leuk om zo direct met klanten te maken te hebben. Niet met één categorie, maar met meer dan 30.000 producten. Ik weet niet of ik het nog leuker zou vinden om baas van de Efteling te worden. Ik twijfel. Dat zou ik ook nog altijd heel leuk vinden (lacht). Maar het is geweldig om aan het hoofd te staan van een bedrijf dat elke avond 7 miljoen borden vult. Dat is niet alleen tof, het betekent ook verantwoordelijkheid. Je hebt een rol te spelen die verder gaat dan het verkopen van producten. We moeten een rol spelen voor onze klanten, voor de samenleving, voor de wereld. Als we allemaal één lepel groenten meer eten per avond, maakt het al een verschil. Of snacktomaatjes onderweg. Dat heeft impact op gezondheid en op hoe lekker je in je vel zit. Het heeft ook impact op de samenleving: niet alleen de aderen, maar ook het zorgsysteem is aan het dichtslibben.”