Vandaag, woensdag 26 september, ziet in Brussel een nieuwe organisatie het licht voor zelfstandigen, vrije beroepen en managers van KMO’s: IZEO (Indépendants, Zelfstandigen, Entrepreneurs, Ondernemers). Deze beweging wil de toonaangevende speler worden voor de ondersteuning van de 200.000 zelfstandigen in Brussel en in het economische achterland. IZEO hoopt op termijn 15% van deze 200.000 zelfstandigen lid te kunnen maken en daarmee 30.000 leden te krijgen. “Op het economische vlak is het essentieel voor het welzijn van iedereen dat Brussel zich ontwikkelt. En deze groei van de Regio vindt plaats door middel van de dynamiek van zijn zelfstandigen en kleine ondernemingen”, aldus Miguel Van Keirsbilck, de secretaris-generaal van IZEO. De sociale groep Partena en de werkgeversorganisatie BECO ondersteunen het initiatief.
Dit initiatief werd onmiddellijk zeer kritisch becommentarieerd door een belangrijke speler van de middenstandssector. De UCM gaf namelijk terstond een reactie op de bekendmaking van de oprichting van deze nieuwkomer in de ondernemingswereld. De basis van het probleem zou volgens de UCM liggen het samenwerkingsverband dat tussen IZEO en BECO is gesloten. “In België hebben de grote ondernemingen enerzijds en de zelfstandigen en KMO’s anderzijds nooit dezelfde vertegenwoordigers gehad. Deze dualiteit van de werkgeversbank is geheel gerechtvaardigd. De belangen lopen uiteen en zijn soms tegengesteld”. Volgens de UCM hebben kleine en grote ondernemingen dus niet dezelfde verwachtingen omtrent steun aan werkgelegenheid, flexibiliteit, financiering, enz. De UCM stelt zelfs dat het initiatief van BECI schadelijk is. De organisatie bevestigde respect te hebben voor het werk van BECI voor de grote ondernemingen, maar oordeelt dat deze organisatie “respect zou moeten hebben voor de organisaties die zich inspannen voor de zelfstandigen en de KMO’s en de uiteenlopende standpunten zou moeten accepteren. De wil om een tegennatuurlijk monopolie op te leggen botst met de regel voor de sociale onderhandelingen en de participerende democratie”.
Hetzelfde geluid is te horen bij Unizo. Al erkent Unizo het werk dat BECI voor de grote ondernemingen heeft verricht, de organisatie wijst erop dat de lacune die BECI pretendeert te vullen, niet bestaat. “Een constructieve samenwerking op dit terrein is altijd welkom. Maar pretenderen dat er een lacune is waar er geen is, is geen goede strategie om een blijkbaar gemeenschappelijk doel te bereiken: een betere ondernemerscontext in Brussel”, aldus het commentaar van Unizo. De organisatie herinnert aan het feit dat zij afgelopen zaterdag een plan heeft gelanceerd voor een sterke ontwikkeling met betrekking tot Brussel.