Interview Kris Peeters: “Een economisch groeibeleid én een hogere koopkracht”
Kris Peeters (CD&V) heeft als Minister van Economie en Consumentenzaken bevoegdheden die de distributiesector sterk aanbelangen. Daarnaast heeft hij als ex-topman van Unizo ook zelf een verleden in de sector. Gondola sprak met de minister over de veranderingen in de Belgische retail en kreeg er een gratis boekentip bovenop.
De retail is één van de grootste werkgevers van het land, en de voedingsindustrie is zelfs de grootste industriële werkgever. Hoe wordt er gewerkt aan een duurzame toekomst voor deze sectoren (gezien de recente herstructureringen bij o.a. Delhaize en Makro)?
De economie is aan wie onderneemt. En de conjunctuur is de context waarin wij beleid maken. Er zijn verschillende maatregelen – de indexsprong, de vermindering van de werkgeversbijdragen, het uitwerken van nachtarbeid in de e-commerce … – die elkaar beïnvloeden, en de impact ervan wordt mee bepaald door de conjunctuur. Ik ben ervan overtuigd dat deze maatregelen de toekomst van onze bedrijven structureel zal verbeteren. Bovendien zullen die zorgen voor nieuwe jobs. Volgens de “Economische vooruitzichten 2015-2020” zullen tussen 2015 en 2020 meer dan 200.000 nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd worden. De werkloosheidsgraad zou daarmee dalen tot het laagste niveau sinds 1991. Dat is goed nieuws. Niet alleen voor onze maatschappij maar ook voor onze economie. Want meer werkgelegenheid is ook in het belang van de ondernemingen, zeker wanneer die ondernemingen in typische consumentgerichte sectoren als de retail of de voeding werken.
Deze regering – die uitgaat van de logica dat competitieve bedrijven groei en ook werkgelegenheid creëren – zal afgerekend worden op 1 ding: jobs. Je verwijst in het bijzonder naar de herstructureringen bij Delhaize en Makro. We hebben nog steeds bestaande systemen van SWT op lagere leeftijd, die zeer selectief kunnen worden ingezet precies voor die grote herstructureringen om de nodige personeelsverminderingen te kunnen realiseren op een sociale manier. Maar dat is een ‘last resort’ natuurlijk; het doel is dit vermijden door initieel de competitiviteit van onze economie te versterken.
Belgische bedrijven hebben een concurrentienadeel ten opzichte van buitenlandse bedrijven. Er is de loonhandicap, maar ook wetgevingen zoals het verbod op nachtwerk maken het Belgische retailers niet makkelijk om te concurreren. Hoe ver staat de regering in beide gevallen?
Het wegwerken van de loonhandicap is natuurlijk een conditio sine qua non om onze competitiviteit opnieuw naar Europees topniveau te krijgen. We willen de loonkosten permanent en structureel verlagen voor de bedrijven. Dat maakt onze bedrijven competitiever. De loonkostenhandicap bedroeg eind 2014 2,9%, tegenover 4,9% eind 2012. En in de komende jaren willen we ook die resterende procenten wegwerken. Als we nog meer willen doen en ook de lasten verder wil verlagen, moeten we ook kijken naar hoe we dat financieren. Vandaar het belang van een tax shift. Die moet toelaten om de ondernemingen competitiever te maken en de koopkracht van de burger te verhogen.
"De regering werkt aan een kader voor nachtarbeid in e-commerce"
Inzake nachtarbeid hebben we inderdaad een handicap. Op dit moment is nachtarbeid al toegestaan voor het vervoer, het laden en lossen, of wanneer het werk in opeenvolgende ploegen verloopt. Om de handicap in nachtarbeid verder weg te werken organiseerde ik in mei en begin juli een Ronde Tafel Nachtarbeid in de E- Commerce. Het overleg werd na de eerste Ronde Tafel in mei onmiddellijk intensief opgestart binnen de paritaire comités, voornamelijk in de logistieke en distributiesector. Zoals afgesproken op de eerste Ronde Tafel hebben nadien tal van bilaterale contacten plaatsgevonden op mijn kabinet. Dit leidde ertoe dat binnen de verschillende betrokken paritaire comités cao-afspraken zijn gemaakt, met betrekking tot de ontwikkeling van de e-commerce. Tijdens de Ronde Tafel begin juli hebben de vakbonden en de werkgevers zich geëngageerd om tegen eind 2015 een regeling rond nachtarbeid en andere kwesties voor e-commerce te bereiken. Dit is een duidelijk engagement. Ik zal intussen geen wetgevende initiatieven nemen, maar zal wel een aantal voorbereidende stappen zetten, zoals het opstellen van KB’s. Dat moet het proces versnellen eens er een akkoord is tussen werkgevers en -nemers. Het doel is en blijft dat de verschillende maatregelen zoals het nachtwerk vanaf 1 januari 2016 mogelijk zijn.
Naast de retail is ook de consumentenkant van de zaak belangrijk. Hoe versterkt u de koopkracht van de Belg?
Inderdaad, een hogere koopkracht is niet tegengesteld aan een economisch groeibeleid. Zeker voor retail en voedingsindustrie is de koopkracht van de consument een sleutelelement in hun rendabiliteit. Daarom hebben we de indexsprong voor de lage lonen te gecompenseerd door middel van een hogere werkbonus. Het nettoloon van zo’n 850.000 werknemers met een minimum of laag loon stijgt op 1 augustus 2015 omdat zij minder sociale en fiscale lasten zullen moeten betalen. Tegelijk gaat ook de ‘fiscale bonus’ in voege. Daarnaast werd een kleine marge voor de loonkostenontwikkeling voor 2016 op 0,5 procent van de brutoloonmassa gelegd, als totale kost voor de werkgevers, met alle lasten inbegrepen. Daarnaast kan de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling in 2016 verhoogd worden met 0,3 procent netto zonder bijkomende kost voor de werkgever. Tot slot werden de forfaitaire beroepskosten opgetrokken waardoor mensen netto meer overhouden.Met deze maatregelen beschermen we de koopkracht voor de consumenten nu maximaal.
Met de fusie tussen Delhaize en Ahold verliest België de facto één van haar kroonjuwelen. Een spijtige zaak volgens u als federaal minister?
We zullen het dossier van nabij opvolgen. Ten eerste zijn wij waakzaam inzake de werkgelegenheid. Het gaat om een zeer groot bedrijf, belangrijk in zijn sector. In het verleden zijn er afspraken gemaakt over transitieprocessen en aan de werknemers werden bepaalde inspanningen gevraagd. Tijdens het onderhoud dat ik had met de directie samen met premier Charles Michel hebben wij daarom duidelijk gevraagd hoe het zit met het personeel. Er werd ons verzekerd dat de engagementen die door de directie van Delhaize zijn aangegaan ten aanzien van het personeel, verder zullen worden uitgerold.
Ten tweede, het sociaal overleg met de betrokken werknemers en de syndicale delegaties in Delhaize is heel belangrijk. Aan de top van Ahold en Delhaize hebben wij gevraagd om met heel veel respect en zorgvuldigheid te communiceren, in eerste instantie met de werknemers en in tweede instantie ook met de regering. Wij wensen namelijk duidelijk te weten welke stappen er worden gezet. De verantwoordelijkheid ligt natuurlijk bij de bedrijven, maar wij willen niet geconfronteerd worden met onaangename beslissingen die we in de kranten zouden moeten lezen.
Ten derde, het gaat om ondernemingen die fusioneren met de duidelijke visie dat 1+1 meer is dan 2. Wij gaan ervan uit dat voor de consument een betere positie zal kunnen worden gerealiseerd dan in de huidige situatie. Wij zullen ook de manier bekijken waarop deze nieuwe belangrijke onderneming zich op de distributiemarkt manifesteert en wij zullen nagaan welke de effecten hiervan zijn op de andere spelers op die markt.
U kent als ex-topman van Unizo de handel erg goed. Hoe kijkt u zoveel jaar later naar de sector? Is er niet veel veranderd of zijn er belangrijke nieuwe elementen?
De sector heeft heel wat uitdagingen gekend sinds de financiële crisis van 2008. Het vertrouwen van de ondernemers was weggezakt en ook de toegang tot de noodzakelijke financiering via de klassieke financieringskanalen werd heel moeilijk. Ik stel vast dat het vertrouwen mede door onze maatregelen aan het terugkomen is. Dit is een belangrijk gegeven voor het behoud van onze welvaart. Belangrijke nieuwe tendensen die de laatste jaren hebben ontwikkeld, hebben betrekking op duurzaamheid en op e-commerce. Ik zal een open deur intrappen, maar de grootste verandering is de digitalisering van de economie. Niets of niemand ontsnapt eraan.
Dit alles maakt het voor de zelfstandige en KMO-er vandaag moeilijker, maar tezelfdertijd ook van groter belang, om zijn troeven uit te spelen. Die troeven kunnen van velerlei aard zijn: goede service, vriendelijkheid, kennis van zaken, soepelheid, stiptheid, enz. De Belgische zelfstandige en KMO-er is gekend voor zijn creativiteit en veerkracht: hij zal blijven manieren vinden om klanten te overtuigen en zaken te doen.
Ten slotte, omdat het zomervakantie is. Welk boek raadt u onze lezers aan voor tijdens hun vakantie?
Ik heb sinds kort het boek ‘De Demonen van Leonard Cohen’ in mijn boekenkast staan. Een boek van Francis Mus, over een man wiens songs ik heel erg kan smaken.
"Ahold en Delhaize hebben de visie dat 1+1 meer is dan 2"