Een onderzoek gepubliceerd door het ‘Observatoire de la consommation’, een nieuw organisme van Apaq-W, benadrukt het steeds groeiende belang van lokale producten bij de aankoopkeuzes van de consumenten. 59% van de respondenten zegt minstens één keer per week lokale producten te eten.

Het uitbreken van de gezondheidscrisis had al geleid tot een duidelijke toename van de belangstelling voor Belgische producten. Volgens een studie die werd gepubliceerd door het ‘Observatoire de la consommation’, een nieuw organisme van het Apaq-W (Waals Agentschap voor de Promotie van Kwaliteitslandbouw), zet deze trend zich voort en is hij zelfs nog toegenomen. Niet minder dan 1.000 Franstalige Belgen beantwoordden in juli en augustus vorig jaar een reeks vragen over hun interesse in lokale producten. Maar liefst 59% van de respondenten eet minstens één keer per week streekproducten. 13% van hen zegt deze minstens één keer per dag te eten, 46% één of meerdere keren per week en 30% één of meerdere keren per maand. Uit een onderzoek in 2020 bleek dat 51% van hen wekelijks lokale producten at, de consumptie zit met andere woorden in de lift. “Het klopt dat consumenten tegenwoordig op zoek gaan naar het goedkoopste product, maar ze zijn ook nog steeds geïnteresseerd in lokale producten”, zegt Julien Capozziello, hoofd van het ‘Observatoire de la consommation’ van Apaq-W. “In juni 2022 publiceerden we een studie over de impact van de stijgende kosten op de Franstalige Belgische bevolking, waaruit bleek dat consumenten bij hun aankopen meer belang zijn gaan hechten aan de herkomst van producten en de keuze van het verkooppunt.”

Selectiecriteria Apaq-W
©

Apaq-W

Bijdrage aan de lokale economie als belangrijkste koopargument

Wat verstaat het ‘Observatoire de la consommation’ dan wel onder ‘lokale’ producten? “We lieten de interpretatie van dit begrip over aan de bevraagden zelf, met andere woorden, we gaven hen geen strikt afgelijnde definitie”, vervolgt Julien Capozziello. Het resultaat is dat 66% van de respondenten ervan uitgaat dat een lokaal product betekent dat het van Belgische landbouw afkomstig is, 62% denkt dat het om een product kan gaan dat uitsluitend in Wallonië geteeld is en 27% associeert een lokaal product met een bioproduct, wat aantoont dat consumenten over het algemeen een lokaal product niet per definitie ook als biologisch beschouwen. Welke lokale producten worden wekelijks het meest geconsumeerd? Op de eerste plaats staan brood en bakkerijproducten (71% respons), gevolgd door groenten (64%) en tot slot zuivelproducten (62%). Daarna volgen eieren, aardappelen, fruit en vleesproducten. Maar wat het interessantste is voor retailers en merken in dit onderzoek, is de reden waarom Franstalige Belgen zo graag lokale producten kopen. Eerst en vooral willen consumenten bijdragen aan de lokale economie (52% respons), vervolgens het lokale terroir mee helpen promoten (50%) en ten derde zijn ze op zoek naar kwaliteit in de producten (48%). Versheid, smaak en seizoensgebondenheid van de producten werden respectievelijk door 38%, 36% en nog eens 36% van de respondenten genoemd. Prijs (51%), gebrek aan verkooppunten (31%) en een mindere beschikbaarheid (30%) waren de belangrijkste obstakels.

Hefbomen
©

Apaq-W

Supermarkten belangrijkste verkoopkanaal

Het populairste verkoopkanaal om lokale producten te kopen is de supermarkt: 58% van de respondenten zegt zijn Waalse producten in de supermarkt te kopen en 33% koopt ze zelfs uitsluitend via dit kanaal. Het op één na populairste verkoopkanaal zijn de boerderijwinkels (22%), gevolgd door markten (19%), speciaalzaken (15%), harddiscounters (14%), franchisewinkels (14%) en biologische winkels (12%). Hoewel de overgrote meerderheid van de Waalse producten dus in supermarkten wordt gekocht, vinden de consumenten verrassend genoeg toch dat dit het kanaal is waar lokale producten het minst zichtbaar zijn. Het supermarktkanaal kreeg een score van 5,83/10, waarmee het op een na laatste werd in de rangschikking, net voor de harddiscounters. Het verkoopkanaal waar lokale producten volgens de respondenten het meest in de kijker worden geplaatst, is dat van de boerderijwinkels (8,02/10). “Deze scores onderstrepen het feit dat er nog veel ruimte voor verbetering is voor de warenhuizen en harddiscounters”, aldus Clément Manguette, hoofd communicatie bij het ‘Observatoire de la consommation’. “Ketenmanagers kunnen dus nog steeds de zichtbaarheid van lokale producten in hun winkels vergroten, met name door specifieke communicatie om klanten naar hun verkooppunten te lokken.”

Lees meer over de volledige studie en andere studies op de website van het ‘Observatoire de la consommation’!

“Het ‘Observatoire de la consommation’ voorziet in een behoefte in de sector”

Philippe Mattart, algemeen directeur van Apaq-W, vertelt ons meer over de rol van het observatorium.

Wanneer en waarom werd het ‘Observatoire de la consommation opgericht?

Het ‘Observatoire de la consommation’ van Wallonië is een nieuw instrument van Apaq-W, dat op 29 oktober 2021 door de regering werd opgericht in het kader van het Waalse herstelplan. Het heeft tot doel de economische en politieke sectoren te ondersteunen. De landbouw- en agrovoedingssectoren moeten beoordelen hoe goed ze inspelen op de veranderingen in het consumptiegedrag en de verwachtingen van de consumenten. Retailers moeten op hun beurt ook kunnen inschatten wat de impact is van een grotere inzet op lokale producten in hun schappen. Politieke besluitvormers kunnen het werk van het observatorium ook gebruiken om hun beleid te sturen en een diepgaandere kennis van de markten te verwerven.

Wat zijn de rollen van het observatorium? 

In grote lijnen hebben we vier objectieven. Ten eerste staan we ter beschikking van de opstellers van strategische ontwikkelingsplannen voor de Waalse landbouw en zijn verschillende sectoren, in overeenstemming met de verwachtingen van de consument. Ten tweede is het observatorium er om Waalse bedrijven en structuren in de verschillende agrovoedingssectoren te adviseren en te informeren over nieuwe marktontwikkelingen en -vooruitzichten, maar ook over consumentenpercepties en -verwachtingen. Ten derde kunnen we bijdragen aan de ontwikkeling van labels, zodat consumenten de aangeboden producten duidelijk en snel kunnen identificeren. Ten vierde en ten slotte, kunnen we communicatiecampagnes op de juiste manier uitwerken om rekening te houden met de percepties, verwachtingen en behoeften van de consumenten, of anderzijds met het gebrek aan informatie die zij ervaren. Om deze onderzoeken uit te voeren, combineert het observatorium de consumentengegevens van het GfK-panel, marktonderzoeken die zijn gebaseerd op representatieve steekproeven, maar ook andere gegevens (bijvoorbeeld van StatBel) en verdere gepubliceerde onderzoeken.

Welke soorten onderzoeken hebben jullie al uitgevoerd en wat zijn jullie verder nog van plan?

Het doel is om 4 sectoronderzoeken per jaar uit te voeren, met daarbij ook toevoeging van andere thema’s die afhankelijk zijn van de actualiteit of de behoeften van bepaalde sectoren. We plannen toekomstige studies over de consumptie van kaas en zuivelproducten, maar ook over de consumptie van vleesproducten en ook alcoholische en niet-alcoholische dranken.