De Belgische voedingsindustrie kijkt terug op een succesvol 2015. De export groeide vorig jaar met 3,3% en de investeringen stegen met 10%. Toch waarschuwt FEVIA voor een moeilijk 2016, verwijzend naar de Brexit en de nieuwe Belgische taksen.

De cijfers van een nieuw economisch rapport van IDEA Consult en FEVIA, de federatie van de Belgische voedingsindustrie,  maken duidelijk dat de sector in 2015 een verdere groei kende. Volgens het rapport groeide de export van voedingsproducten vorig jaar met 3,3% en investeerden voedingsbedrijven 10% meer in ons land. Het rapport bevestigt bovendien de status van de sector als grootste industriële werkgever, met meer dan 88.000 rechtstreekse en 137.000 onrechtstreekse jobs. "Met 88.439 rechtstreekse en nog eens 137.080 onrechtstreekse jobs blijft de voedingsindustrie de grootste industriële werkgever van het land, verantwoordelijk voor 19% van de industriële werkgelegenheid in België", klinkt het. 

Export

Export blijft de groeimotor voor de sector: Belgische voedingsbedrijven exporteerden 62,2% meer sinds 2005. Het grootste deel van de uitgevoerde voedingsproducten gaat nog steeds naar landen binnen de Europese Unie: Frankrijk, Nederland en Duitsland zijn samen goed voor 56% van de export. Opvallend is de stijging naar nieuwe lidstaten van de Europese Unie zoals Letland (+67,2%), Slowakije (+34,4%) en Estland (+22,8%). Verschillende markten buiten de Europese Unie blijven een enorm potentieel tonen: Belgische voedingsbedrijven exporteerden in 2015 voor een recordbedrag van 536 miljoen euro naar de Verenigde Staten (+17%). China is de meest opvallende groeimarkt met een spectaculaire groei van 30,3% in 2015. Sinds 2011 is de export naar China zelfs met 241% gestegen. Negatief zijn wel de ineenstorting van de uitvoer naar Rusland (-41,2%) en de groeiperikelen in Brazilië (-10,9%). 

Brexit en taksen

“De Belgische voedingsindustrie kijkt terug op een succesvol 2015. Maar helaas is dat geen reden om al te optimistisch naar de toekomst te kijken,” nuanceert Jean Eylenbosch, voorzitter van FEVIA. “De loonkostenhandicap, de meerkosten op elektriciteit, de verpakkingstaks, de kilometertaks, de verhoging van accijnzen op dranken: deze opeenstapeling van taksen en heffingen weegt op de competitiviteit van de sector. Vorig jaar kwam daar nog de zogenaamde “gezondheidstaks” bij die consumenten en bedrijven geld kost zonder enige echte impact te hebben op de volksgezondheid. En met de Brexit kijken we nu wellicht aan tegen een daling van de export naar onze vierde grootste exportmarkt.”  

De export naar het Verenigd Koninkrijk vertegenwoordigt 2,2 miljard euro of 9,2% van totale export en steeg vorig jaar met 6%. In deze context is de Brexit slecht nieuws voor de Belgische voedingsindustrie. Naast de invloed op korte termijn door de koers van de Britse Pond waarschuwt FEVIA voor mogelijke protectionistische maatregelen op (midden-) lange termijn. Ook in andere Europese landen, zoals Frankrijk, duiken initiatieven op om de eigen markt af te schermen, wat voor een kleine, open economie zoals de Belgische duidelijk schadelijke gevolgen kan hebben.

 

foto: © IPV-IFP / Lies Willaert