Opinie Corona is niet het enige virus dat in de retail rondwaart
Het land zit op slot, de medische sector staat onder druk, de economie bloedt en de consument lijdt aan koorts. Meer dan ooit is het belangrijk om tegelijk voorzichtig, kalm en solidair te blijven.
Solidair, dat is het word dat opdook in de meeste contacten die ik had met mensen in het vak. Solidair en verantwoordelijk, gedisciplineerd ook, om de verspreiding van het virus af te remmen en een overbelasting van ziekenhuizen vermijden, waar het medisch personeel in de frontlinie van de strijd tegen het coronavirus staat.
Solidair is een mooi woord, maar laten we ook niet vergeten dat er een groot verschil is tussen woord en daad. De paniek die veel mensen ertoe aanzette om zich als bezetenen op de supermarktrekken te storten, ondanks alle oproepen tot kalmte, bewijst het tegendeel. Het is “ik eerst”. Op zo’n momenten vraag je jezelf af of die consumenten veel respect waard zijn. Ik weet het, ik weet het, het is niet netjes, zoveel misprijzen aan de dag leggen. Stigmatiseren is niet goed: de consument zou altijd gelijk hebben, net als de kiezer. We moeten altijd zijn keuzes respecteren, net als zijn angsten, zijn primaire reacties en zijn kudde-instincten. Niets nieuws onder de zon: sinds de twee wereldoorlogen beginnen mensen bij elke planetaire spanning suiker, bloem, pasta, rijst en conserven in te slaan. Het moet niet verbazen dat de angst van shoppers omgeslagen is. Eens de winkelkar vandaag gevuld is, vergeet men alles: het budget, de Nutriscore, de maat en, in het geval van sommigen, de beleefdheid om niet alles te hamsteren wat men niet nodig heeft. Het is zelfs niet dat dat angst aanjaagt, het is eerder de woede en soms zelfs de agressiviteit van een deel van het cliënteel. Sommige geranten en uitbaters beschreven het volgende tafereel: klanten die hun winkelmandje naast de winkelrekken plaatsen en alles wat op de rekken staat in hun mand laten vallen. Dat is niet langer zich bevoorraden, maar een legale overval.
Het probleem is dat de paniek zich op duizelingwekkende manier verspreidt. Het is goed om uit te leggen dat er geen tekorten moeten gevreesd worden, de aanblik van lege rekken in de supermarkt bevestigt hen in hun overtuiging dat ze redenen hadden om ze overdadig te bevoorraden. Door zich zo te gedragen, steken ze de angst bij anderen aan. De hamsterwoede is nergens op gebaseerd: het zet onnodig druk op de logistieke keten, de stocks zijn niet bedreigd. Er is meer dan genoeg voeding voor iedereen. Het levert een verontrustende metafoor op die duidelijk maakt dat solidariteit meer is dan alleen een woord. Het is schrikken bij het idee dat dergelijk anti-sociaal gedrag zich ook voordoet bij de ziekenhuizen, die er zeker geen enkele behoefte aan hebben.
En hoe zit het dan met de foodretail? Het draait op volle toeren, bijna een beetje beschamend om in maart een soort Kerstmis te beleven, terwijl zoveel andere sectoren hard getroffen worden door de bijna totale stopzetting van hun activiteiten. De meeste supermarkten draaien tegen de middag al de omzet die ze normaal gesproken op een hele dag behalen. Natuurlijk zal het stimuleren van de verkoop door paniekaankopen vroeg of laat gevolgd worden door een afremming van de betreffende categorieën. Deze rekken zullen geleegd moeten worden, en wie weet, zal het voor sommigen zelfs meer dan een generatie duren. Toch zal voeding meer verkopen en we zullen ons normaler moeten gedragen: scholen en kantines zijn gesloten, telewerken was nog nooit zo populair, horecazaken zijn dicht en we eten dus meer thuis. En dan hebben we waarschijnlijk sneller de neiging om onszelf een pleziertje te doen, om deze angstaanjagende sfeer te compenseren.
Deze toestroom van klanten en aankopen betekent meer werk. Het personeel moet ook gerustgesteld worden, er moeten maatregelen genomen worden om het risico op blootstelling zo veel mogelijk te beperken, en die komen eraan. Het is een enorme leercurve die we dagelijks moeten doorlopen. Met de nodige kalmte, de juiste aanpak en pragmatisme. Niet toegeven aan de paniek is ook iets waar Luc Bormans, voorzitter van APLSIA, de Franstalige vereniging voor onafhankelijke supermarktuitbaters, voor pleit: “We hebben nood aan solidariteit en kalmte. Onze sector mag dan wel veel gevraagd zijn, hij is ook bevoorrecht ten opzichte van andere sectoren. Wat stelt een late levering, om begrijpelijke redenen, nog voor als anders bedrijven gewoonweg niet meer in staat zijn om te werken? We bevinden ons in een moeilijke periode, maar in tegenstelling tot wat de Franse president Macron zei, verkeren we niet in staat van oorlog. We moeten stoppen om terminologie te gebruiken die helpt om paniek te creëren. We hebben kalmte en solidariteit nodig op alle niveaus.”