Interview De smaak van de Belgen volgens Colruyt

Colruyt is aanwezig in heel België en is daardoor goed geplaatst om de specifieke kenmerken van de consumptie in de verschillende regio’s van het land vast te stellen. Vier vragen aan woordvoerster Nathalie Roisin.

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de consumenten in het noorden en het zuiden van het land wat betreft de producten die ze kopen?

Als we het hebben over productcategorieën, denk ik spontaan aan de wijnafdeling, waar het noorden van het land meer aangetrokken wordt door wijnen uit de nieuwe wereld en het zuiden door Franse wijnen. Dat blijkt ook bij de bubbels: cava in het noorden, crémant in het zuiden. In de kaasafdeling verkiezen ze in Wallonië zachte kazen. Ook typisch voor Wallonië: het succes van siropen zoals grenadine, via de invloed uit Frankrijk. Bij de producten die het bijzonder goed doen in Vlaanderen, moeten we onder meer de suikervervangers vermelden, gevriesdroogde warme sauzen, gin en bij uitbreiding premium tonic en ook de zogenaamde ‘functionele’ of vitaminedrankjes.

Zijn er ook producten die het in beide landsdelen goed doen?

Bier natuurlijk, en ook bereidingen uit de slagerij, vooral op basis van gehakt en ook het barbecue-aanbod. Verder ook aardappelbereidingen, zoals frietjes en kroketten, koude sauzen, witloof, … Kortom, alles wat het aanbod van een supermarkt in België zo specifiek maakt.

Zijn er opvallende verschillen in consumptie met betrekking tot de ‘nieuwe’ trends zoals bio, lokaal, bulk, enzovoort?

Zeker. Hoewel we in de beide gemeenschappen de verschillende profielen aantreffen, is er sprake van aanzienlijk verschillende motieven. In het zuiden van het land vinden we profielen die gemiddeld meer geëngageerd zijn, in de zin van meer ‘begaan’ met de biologische teelt en met duurzaamheid, maar ook meer liefhebbers van de goede dingen in het leven op het gebied van kwaliteit en comfort. In het noorden zoeken ze wellicht meer stabiliteit, routine, structuur of aandacht voor de naaste omgeving, dus iets traditionelere klanten. Ze kopen biologische producten omdat die beter zijn voor hun gezondheid en die van hun naasten, maar misschien iets minder uit milieuoverwegingen. En in het Brussels Gewest zal dat nog anders zijn. De aantrekkingskracht van lokale voeding leeft trouwens sterk op nationaal niveau, al hangt alles ook af van de economische conjunctuur. Op dit moment spreekt het voor zich dat de prijs een belangrijker keuzecriterium is, en dat zien we overal in België.

Hoe probeert Colruyt zich als nationale retailer aan te passen aan die situatie?

Door ons aanbod bij te stellen. We gaan uit van een vast assortiment en passen het aanbod aan volgens de regionale voorkeuren. Het duidelijkste voorbeeld zien we uiteindelijk in onze winkels in het Groothertogdom Luxemburg, waar een belangrijke Portugese gemeenschap woont. Wij hebben er een klein distributiecentrum voor de lokale en regionale specialiteiten, zoals wijn, voor die markt. Dat vergt echter wel een jarenlange ervaring en een grondige kennis van het terrein. Naast de culinaire cultuur of de grensinvloeden moet je ook rekening houden met de demografie, de topografie, de bevolkingsdichtheid en de koopkracht van de mensen. Wij volgen bijzonder goed op wat klanten eerder hebben aangekocht. En wij beschikken intern over analisten, ‘trendwatchers’ en onderzoekers die waardevolle inzichten leveren.