Delhaize
Een jaar of meer na het overnemen van eigen winkels van Delhaize worstelen verschillende uitbaters met krappe marges en hoge personeelskosten, blijkt uit een rondvraag van Gondola. “We maken niet de winst die je normaal moet hebben.”
Kim en Tom van Oncen, uitbaters van drie winkels, bonden dit weekend de kat de bel aan in Gazet van Antwerpen: na respectievelijk een jaar en zeven maanden zijn de overgenomen winkels in Ekeren en Kontich nog niet rendabel, zeggen ze. “De winkels hebben een grotere omzetstijging dan verwacht, vooral door de zondagsopening, maar dat vertaalt zich niet in winst.” Ze verwijzen naar de hoge personeelskosten. “De lonen van het personeel liggen in Ekeren en Kontich veel hoger dan wat gangbaar is in de sector. Ik ga eerlijk zijn: de vakbonden bij Delhaize hebben in het verleden arbeidsvoorwaarden onderhandeld die op lange termijn niet houdbaar zijn.” Het is een klacht die herkenbaar is voor een ondernemer die meer dan een jaar geleden een winkel overnam, maar anoniem wil blijven. “We zitten met zware contracten, zwaarder dan in het paritaire comité waarin we nu zitten. Delhaize is daar wel van meet af aan open over geweest. We wisten wat we kregen.” Nog een andere ondernemer zegt, ook anoniem: “We maken winst, maar die is er omdat we de omzet met zowat de helft hebben kunnen doen stijgen. Het is niet de winst die je normaal moet hebben.” Kim van Oncen verwacht dat Delhaize iets onderneemt. Zij zit samen met haar broer binnenkort rond tafel met de supermarktketen: “Natuurlijk wisten we waar we aan toe waren toen we deze overname hebben gedaan. Maar het feit blijft dat Delhaize aan de grondslag van de problemen ligt. We verwachten nu iets terug van hen.” Een anonieme ondernemer relativeert: “We zitten op schema wat de omzetstijing betreft, we zitten zelfs iets voor op het schema. We zijn nog niet rendabel, maar dat heeft volgens ons sowieso tijd nodig.” Woordvoerder Roel Dekelver zegt dat de klacht van Tom en Kim Van Oncen een uitzondering is. “We krijgen geen andere geluiden dat uitbaters het moeilijk hebben. Zelfstandige uitbaters kunnen ons in elk geval altijd vragen om een gesprek en daar hebben zij gebruik van gemaakt. Dat gebeurt niet zo vaak.”
