In januari van dit jaar zijn de voedselprijzen voor de tiende maand op rij gedaald, meldt de Food and Agriculture Organisation van de VN. Vooral plantaardige olie, suiker en zuivel zijn goedkoper geworden. Toch nemen de prijzen in de supermarkt nog altijd toe.
Het kan snel gaan. Een klein jaar geleden klommen de prijzen van zonnebloemolie door grote tekorten naar ongeziene hoogten, vandaag is de prijs gezakt tot op een niveau van voor de oorlog in Oekraïne. Er zijn zelfs overschotten. Daar zijn verschillende redenen voor. Oekraïense boeren hebben in 2022 toch kunnen inzaaien en de uitvoer van zaden konden profiteren van de graandeal die het land sloot. Ook Rusland speelde mee: het dreef zijn productie van zonnebloemolie met 14% en werd de grootste producent ter wereld. Door de noodsituatie van vorig jaar ging de voedingsindustrie bovendien ook op zoek naar alternatieven voor zonnebloemolie. De veranderde situatie is tekenend voor de evolutie van veel voedselgrondstoffen. Sinds de zomer van 2022 daalt de Voedselprijsindex van de Food and Agriculture Organisation van de VN. Januari 2023 was de tiende maand op rij waarin de prijzen daalden, maakte het bekend. De index staat vandaag net geen 18% onder het niveau van maart 2022, meteen na het begin van de oorlog in Oekraïne, toen hij piekte. Niet alleen zonnebloemolie is een stuk goedkoper geworden, dat geldt ook voor soja- en palmolie, suiker en zuivel. De index voor plantaardige oliën daalde in januari met 2,9%, die van zuivel met 1,4%.
De evolutie is duidelijk, maar consumenten voelen er vandaag (nog) niets van. De prijsindex van de FAO meet niet de prijzen die consumenten betalen voor een pak melk of een brood, maar wel de wereldprijzen van voedingsgrondstoffen. De dalende prijzen van voedingsgrondstoffen laten zich maar met vertraging voelen in de consumentenprijzen. Vorig jaar gingen de consumentenprijzen ook met vertraging de hoogte in wanneer die van grondstoffen fors stegen. Bovendien worden de consumentenprijzen niet alleen door de grondstofprijzen bepaald. Ook de kosten voor onder meer energie en transport zit er in verwerkt. De voedingsinflatie is op die manier nog altijd heel hoog, om en bij 15%. De verwachting is wel dat die op die termijn zal dalen en de neerwaartse trend van de prijzen van de voedingsgrondstoffen zal volgen. Het keerpunt daarvoor wordt rond de zomer verwacht.
