Waalse voedingsindustrie doet oproep: investeer in productieketens met toekomstperspectief
- De Waalse voedingsindustrie versterkt nogmaals haar positie als grootste industriële werkgever in Wallonië
- Voor het eerst sinds 2013, is er een terugval
- Fevia Wallonie roept op om te investeren in productieketens met toekomstperspectief
De groei van de eerste industriële investeerder én grootste industriële werkgever van Wallonië stagneert: de Waalse voedingsindustrie ziet haar omzetcijfer dalen en de export vertragen. Dat blijkt uit cijfers van Fevia Wallonie.
Hoewel de Waalse voedingsindustrie blijft investeren en jobs creëert in de regio, ziet ze haar omzetcijfers dalen en de export vertragen. Volgens Fevia Wallonie is het belangrijk dat de sector competitief blijft en verder groeit. Hoe? Door continu te innoveren! “In Wallonië bieden lokale productieketens een enorm potentieel om waarde en jobs te creëren. Op voorwaarde dat ze zich richten op de toekomstige behoeften van de consumenten. Laten we, samen met onze landbouwers, volop inzetten op die productieketens en openstaan voor de wereld”, zegt Guy Paternoster, voorzitter van Fevia Wallonie.
Guy maakt van zijn aanwezigheid op de landbouwbeurs eveneens gebruik om een sterk signaal te geven aan de toekomstige Waalse beleidsmakers: “Vergeet die taxen en zet in op waardecreatie in samenspraak met alle actoren die betrokken zijn bij het duurzaam voedingssysteem op Waals niveau!”
Voedingsindustrie blijft grootste werkgever in Wallonië
Met een werkgelegenheidsgroei van 2% in 2018, waarvan 23.000 directe jobs en 27.000 indirecte jobs, versterkt de Waalse voedingsindustrie nogmaals haar positie als grootste industriële werkgever in Wallonië. Deze evolutie is het resultaat van de investeringsgolf van de voorbije jaren en van de maatregelen die werden genomen om loonkosten te doen dalen, zoals de taxshift.
Ondanks een lichte daling in 2018 (0,1%), blijven de investeringen stabiel en op een hoog niveau. Ze vertegenwoordigen meer dan 30% van de totale industriële investeringen in Wallonië. Dat is dankzij de export, de investeringen in innovatie en het feit dat bedrijven jaarlijks talenten rekruteren. Ondanks een lichte daling van de export in 2018, stijgt de verre uitvoer, in het bijzonder naar de Verenigde Staten (+5,8%) en China (23,6%).
Maar…een terugval op de binnenlandse markt
“Helaas vindt onze sector moeilijk de geschikte, technische profielen om haar groei te kunnen bevorderen. Wij zoeken dagelijks zo’n 500 talenten”, legt Anne Reul uit, secretaris-generaal bij Fevia Wallonie. “Dat is de reden waarom we beleidsmakers oproepen om werk te maken van een juist kader om de instroom naar talenten richting onze sector te versterken. Via het onderwijs, omscholing en activatie.”
“Onze tweede uitdaging blijkt uit de daling van het omzetcijfer. Voor de eerste keer sinds 2013 kent het globale omzetcijfer van de Waalse voedingsindustrie in 2018 een lichte daling van 1,7%. Dat is voornamelijk te wijten aan een daling in het omzetcijfer van de binnenlandse markt”, vervolgt ze.
De oorzaak? “Een lasagne van accijnzen, taksen en heffingen die onze producten te duur maken in België en die grensaankopen stimuleren. Nieuwe cijfers van GfK tonen aan dat Belgen in 2018 voor 616 miljoen euro aan voeding en dranken kochten bij onze buurlanden, een stijging van 4,6% in 2018 (+43,4% in de voorbije tien jaar). “Grensaankopen stijgen sterk in Frankrijk, tot zo’n 273 miljoen vorig jaar. Deze achteruitgang in de verkoop schaadt niet alleen onze bedrijven, maar ook de hele Waalse economie!”, benadrukt Guy Paternoster.
Samen bouwen aan Waalse productieketens
Nu de Waalse voedingsindustrie wordt geconfronteerd met een sputterende export en een arbeidstekort, is het tijd om het potentieel van de regio en knowhow beter te valoriseren, vindt Fevia. “Fevia Wallonie doet daarvoor in de eerste plaats een oproep aan landbouwers, de grondstoffenleveranciers van onze bedrijven. Want de link tussen de landbouw en de voedingsindustrie is sterk: niet minder dan 60% van de landbouwproducten, die de voedingsindustrie gebruikt, komen van Belgische bodem.”
Mensen eten niet meer zoals ze dat vroeger deden. Ze willen meer variatie in hun voeding, sommigen onder hen zijn veganistisch, vegetarisch of flexitariër. Producenten die kiezen voor lokale productieketens met een hoge toegevoegde waarde kunnen deze nieuwe grondstoffen leveren aan bedrijven. Die kunnen daardoor antwoorden bieden op consumententrends, zonder dat ze zich daarvoor ergens anders moeten bevoorraden.
De uitdagingen die de industrie bedreigen, treffen ook de landbouwwereld. “De Waalse voedingsindustrie heeft de middelen om de Waalse, lokale economie een boost te geven”, verklaart Guy Paternoster. “Laten we, samen met onze innovatiepool Wagralim, investeren in productieketens die lokale grondstoffen valoriseren. Deze soort productieketens laten toe om, met een open geest naar de rest van de wereld toe, een antwoord te bieden op de behoeften van de consument en opkomende markten.” “De nieuwe consumptietrends stimuleren bedrijven om zich aan te passen en heruit te vinden”, aldus Anne Reul. “Mensen eten niet meer zoals ze dat vroeger deden. Ze willen meer variatie in hun voeding, sommigen onder hen zijn veganistisch, vegetarisch of flexitariër. Producenten die kiezen voor lokale productieketens met een hoge toegevoegde waarde, zoals bijvoorbeeld erwten of tarwe, kunnen deze nieuwe grondstoffen leveren aan bedrijven. Die bedrijven kunnen daardoor antwoorden bieden op consumententrends, zonder dat ze zich daarvoor ergens anders moeten bevoorraden. Een win-win voor onze landbouwers en voedingsbedrijven!”.
Fevia Wallonie pleit ervoor dat toekomstige beleidsmakers een kader en de nodige ondersteuning uitwerken om de lokale productieketens te versterken en samenwerking aan te moedigen. Maar bovenal vraagt Fevia Wallonie om de verschillende actoren uit de voedingsketen, waaronder de voedingsindustrie, te betrekken bij het opstellen van een plan voor een duurzaam voedingssysteem in Wallonië.