SERIE Wat zeggen verkiezingswinnaars over retail? #CD&V
Gondola
#4 De stemmen zijn geteld, de coalities staan in de steigers. De verkiezingen van 9 juni hebben winnaars en verliezers opgeleverd die elk hun eigen visie hebben op retail, voeding en e-commerce. Gondola polste naar hun standpunten en presenteert ze u hier, dag per dag. Vandaag: CD&V
Welke retailplannen heeft de CD&V?
CD&V, vroeger een brede volkspartij, leed bij de voorbije verkiezingen een klein verlies, waardoor ze zeker op Vlaams niveau nog altijd een rol van betekenis kan spelen. Welke plannen en standpunten heeft de partij?
1) Moet de overheid het aantal supermarkten in ons land beperken?
Neen, het is niet de taak van een centrale overheid om dat te regelen. We hechten groot belang aan concurrentie om de winkelkar betaalbaar te houden. We zien wel mogelijkheden op lokaal niveau om via ruimtelijke planningsinstrumenten excessen tegen te gaan en een goed evenwicht te vinden tussen alle vormen van retail. We zien een rol voor de overheid (lokaal en bovenlokaal) bij het versterken van handelskernen voor (kleine) handelszaken, bijvoorbeeld in dorpskernen, en het uitwerken van detailhandelszones.
2) Moeten de paritaire comités in de retail veranderd worden?
De retail is een zeer diverse sector, met verschillende economische modellen, die elk hun waarde hebben. Kleine zelfstandigen die al dan niet deel uitmaken van een franchise kunnen beter inspelen op de lokale context en de voorkeuren van de consument, grotere warenhuizen kunnen een meer divers aanbod aanbieden tegen een mogelijk lagere prijs. Het lijkt ons dan ook geen goed idee om de hele sector te harmoniseren en onder te brengen in hetzelfde paritaire comité. Een gelijk speelveld is wel een voorwaarde om elk model de kans te geven om zich te ontwikkelen. Een vereenvoudiging van de paritaire comités kan oneerlijke concurrentie tussen detailhandelaars voorkomen, wat zowel de bedrijven als de vele werknemers in de sector ten goede komt.
3) De prijzen in de supermarkt worden gemonitord door het Prijzenobservatorium van de FOD Economie. Moet de overheid er op toezien dat de prijzen niet te hoog of te laag worden?
De overheid moet waken over de betaalbaarheid van de winkelkar, maar dat kan door andere mechanismen zoals de automatische loonindexering, eerder dan in te breken op de prijsvorming van producten. Tijdelijk maximumprijzen of winstmarges opleggen, kan nadelig zijn voor consumenten en werknemers. We gaan ook niet mee in het discours van graaiflatie: er is aangetoond dat de marges in de retail niet excessief waren.
4) Zijn jullie een voorstander van statiegeld op blikjes en plastic flessen?
Ja. We willen absoluut zwerfvuil verder tegengaan en statiegeld is een effectief instrument om dat te realiseren. Er loopt momenteel een proefproject rond het digitale statiegeld en we zullen die resultaten bestuderen. Tegelijk is het cruciaal dat niemand uit de boot valt omwille van beperkte digitale vaardigheden. We hebben ook bedenkingen aangaande privacy en fraudegevoeligheid bij een digitaal systeem. Daarom geven we momenteel de voorkeur aan een klassiek model van statiegeld.
5) Op vlak van e-commerce loopt België nog achter op buurlanden. Vinden jullie dat er maatregelen moeten komen om die achterstand in te halen?
De verdere ontwikkeling van de digitale economie in ons land, en voor e-commerce in het bijzonder, is bijzonder belangrijk (werkgelegenheid, opportuniteiten voor consumenten,…). We moeten de internetverkoop in Vlaanderen verder zien te verankeren, omdat het zwaartepunt op dit moment nog steeds in het buitenland ligt. Dat moeten we doen met de nodige aandacht voor correcte arbeidsomstandigheden en verduurzaming.
Vooruit
Benieuwd naar het vorige artikel uit onze serie? Lees dan snel het interview met Vooruit
Vision 2024
Dit artikel komt uit onze Vision 2024. Benieuwd naar andere artikels? Neem dan snel een abonnement!