De voedingsindustrie is nog steeds de grootste werkgever van ons land en wist het afgelopen jaar zelfs 2,2% meer jobs te creëren. Toch stijgt de export, nog steeds de groeimotor, minder hard dan de voorbije jaren waardoor de terugval op de binnenlandse markt niet meer gecompenseerd wordt. Het gevolg? De omzet daalt. Fevia roept dan ook op tot minder taxaties en meer waardecreatie. 

“Het goede nieuws is dat we als grootste industriële werkgever van ons land extra jobs creëren en het goed blijven doen op exportmarkten. De keerzijde van de medaille is dat onze groeimotor, die export toch is, begint te sputteren. Bovendien compenseert die export niet langer de verkoop op de binnenlandse markt, die nog verder afneemt. Het gevolg is dat onze globale omzet voor het eerst in jaren achteruit gaat”, verduidelijkt Bart Buysse, CEO van Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie. “Daarenboven zien we na enkele recordjaren nu ook de investeringen dalen. Tijd voor actie dus! We doen vanuit Fevia dan ook een dringende oproep naar de toekomstige regeringen in ons land: less taxation, more value creation.”

Volgens Fevia geven de nieuwe economische cijfers over de evolutie van de Belgische voedingsindustrie een ‘The Good, the Bad and the Ugly’-scenario weer. 

The Good: 2.000 nieuwe jobs en export stijgt met 3,5%

Eerst het goede nieuws: vorig jaar creëerden voedingsbedrijven in ons land liefst 2.000 nieuwe jobs, een stijging van de tewerkstelling in de sector met 2,2%. Een evolutie die volgens Fevia vooral te danken is aan de investeringen die voedingsbedrijven de voorbije jaren in ons land deden en aan loonkostmaatregelen zoals de taxshift. Bovendien is de voedingsindustrie één van de sectoren die ook het meest indirecte werkgelegenheid creëert: aan elke job in een voedingsbedrijf zijn er indirect nog 1,9 jobs verbonden. Daarmee komt de teller op meer dan 250.000 jobs gelinkt aan de voedingsindustrie.

Het tweede lichtpunt: export blijft de motor van de groei van de voedingsindustrie. In 2018 bedroeg de export 27,6 miljard euro, een stijging met 3,5% op één jaar tijd. “Vooral de export naar overzeese markten zoals de VS, Canada, China en Zuid-Korea nam vorig jaar met maar liefst 18% toe. De handelsakkoorden met onder andere Canada helpen daarbij zeker. Maar we plukken ook de vruchten van succesvolle handelsmissies, waar ons land met het promotiemerk “Food.be – Small country. Great food.” de sterktes van Belgische voeding in de kijker zet”, vertelt Jan Vander Stichele, voorzitter van Fevia. 

“Met een positieve handelsbalans van 5,5 miljard euro, een stijging van maar liefst 24,8% in 2018, zijn we duidelijk een sterkhouder en een onmisbare partner voor de socio-economische en financiële positie van ons land. We willen dat blijven, maar dan moeten we in eigen land een paar handicaps verder aanpakken; denk maar aan de hoge loon- en energiekosten en de krapte op de arbeidsmarkt.”

The Bad: export sputtert, omzet daalt met 0,8% en investeringsgolf lijkt te stagneren

De voedingsindustrie bleef ook in 2018 de grootste industriële sector van België qua omzet, investeringen en werkgelegenheid, maar ziet enkele zorgwekkende tendensen opduiken. 

Hoewel de export het goed doet, stijgt de uitvoer niet zo hard als de voorbije jaren (+7,5% in 2017, gemiddeld +5% over de laatste 10 jaren). En terwijl de omzet van de rest van de Belgische industrie stijgt, daalt de globale omzet van de voedingsindustrie voor het eerst in jaren tot 51,8 miljard euro, een lichte daling van 0,8% ten opzichte van 2017.

Na twee recordjaren liepen in 2018 de investeringen bij voedingsbedrijven terug met 6,7%. “Diezelfde trend zien we ook bij andere verwerkende sectoren, wat er wellicht op wijst dat de grote investeringsgolf van de afgelopen jaren stilaan lijkt te stagneren.”

Onze oproep naar de toekomstige regeringen is duidelijk: blijf investeren in competitiviteit en innovatie. Laat ons verder scoren in binnen- en buitenland met duurzame oplossingen, commerciële successen boeken en jobs blijven creëren. Dat is het recept waarbij zowel overheid, maatschappij als bedrijven kunnen winnen. Kortom: less taxation, more value creation!

Jan Vander Stichele
voorzitter van Fevia

The Ugly: binnenlandse markt en arbeidsmarkt onder zware druk  

Waar de achteruitgang van de investeringen nog genuanceerd lijkt, is de terugval op de binnenlandse markt voor Fevia ronduit zorgwekkend. De omzet van de sector op de Belgische markt daalde in 2018 met maar liefst 5,3%: dat kan zelfs de stijgende export niet langer compenseren. “We roepen toekomstige regeringen dan ook op om komaf te maken met die typische Belgische lasagne aan accijnzen, taksen en heffingen op voeding. Die zijn vaak ingegeven door louter budgettaire overwegingen, maken onze producten te duur en stimuleren grensaankopen. Daarbij verliezen we allemaal!” waarschuwt Jan Vander Stichele. 

“We pleiten voor een visie op lange termijn eerder dan een stop-and-go beleid. Onze oproep naar de toekomstige regeringen is duidelijk: blijf investeren in competitiviteit en innovatie. Laat ons verder scoren in binnen- en buitenland met duurzame oplossingen, commerciële successen boeken en jobs blijven creëren. Dat is het recept waarbij zowel overheid, maatschappij als bedrijven kunnen winnen. Kortom: less taxation, more value creation!”

Een tweede kopzorg voor de sector is de krapte op de arbeidsmarkt. De voedingsindustrie kent heel wat knelpuntberoepen en telt dagelijks gemiddeld 1.500 openstaande vacatures. “We merken dat onze bedrijven het steeds moeilijker hebben om de geschikte, vaak technische profielen aan te trekken, waaronder ook kortgeschoolde productiearbeiders. We hebben nood aan meer instroom van het talent via onderwijs, omscholing en activering. Het is aan de beleidsmakers om hiervoor het juiste kader uit te werken. Als sector nemen wij in elk geval onze verantwoordelijkheid op rond opleiding en employer branding, samen met ons sectoraal fonds Alimento”, verklaart Bart Buysse.