Gondola
- Fotoreportage: Cora Rocourt, 17.000 vierkante meter om het onderscheid te maken
- Franchise: “Er is altijd ruimte voor ondernemerschap”
- Dossiers: warme sauzen, kaas, charcuterie, eindejaarsproducten
Gondola
Belgische wijnen veroveren steeds meer terrein, maar ook de Belgische tafeldruif kent nog altijd veel succes. De teelt van deze druiven concentreert zich nog steeds in Vlaams- en Waals-Brabant, maar is veel beperkter dan vroeger. In de loop der jaren zijn Belgische druiven, met variëteiten als Muscat, Ribier en Leopold III, een luxeproduct geworden in vergelijking met Spaanse en Italiaanse druiven.
De glorietijd van de Belgische druif ligt wel degelijk achter ons, maar enkele diehards zetten de traditie voort …, intussen al meer dan 150 jaar! Waarschijnlijk spreekt alleen de oude generatie nog over druiven uit Hoeilaart of Huldenberg, die de provincie Brabant (tot in 1993 vormden Vlaams-Brabant en Waals-Brabant één provincie: Brabant, n.v.d.r.) destijds zelfs wat welvaart brachten. Het roemrijke verhaal begon met Felix Sohie, tuinman bij de adel, die in 1865 besliste om druiven te kweken in zijn serres, in Hoeilaart om precies te zijn. Die druiven waren zo gegeerd dat er werkelijk een rage voor Brabantse druiven ontstond, vooral bij de Belgische bourgeoisie en adel – die niet aarzelde om er veel geld voor neer te tellen. Daarop bouwden ook veel andere kwekers hun eigen serres, in Hoeilaart en de omliggende gemeenten, van Terhulpen tot Overijse, Huldenberg of Tervuren. Om de Brabantse druif internationale uitstraling te geven, besliste de provincie Brabant zelfs om een school voor tuinbouw en druiventeelt op te richten. Aan het begin van de jaren 1960, op het hoogtepunt van de gouden tijd van de druiven, telde de provincie Brabant niet minder dan 34.000 serres in een regio die toen de Druivenstreek werd genoemd. Vanaf eind de jaren 1960 begon de teelt van tafeldruiven echter geleidelijk aan af te nemen, in elk geval wat de geproduceerde volumes betreft. Met de opening van de gemeenschappelijke Europese markt werd arbeid toegankelijker en begon de invoer van producten uit zuiderse landen, vooral uit Italië en Spanje. In die tijd werden de serres in ons land verwarmd met steenkool en die kosten hoefden de druivenkwekers in Zuid-Europa natuurlijk niet te dragen. Vandaag is er echt een aanzienlijk prijsverschil. Zo kosten druiven uit Spanje of Italië 5 euro per kilo … tegenover 15 à 20 euro per kilo voor Belgische druiven, en voor sommige variëteiten soms zelfs tot 50 euro.
Registreren neemt slechts enkele minuten in beslag, daarna:
Wil je op de hoogte blijven van het laatste retailnieuws (Magazine), onze evenementen (Society) of onze opleidingen (Academy)?