Europese voedingsfabrikanten gaan minder investeren

Door de toegenomen kosten voor energie, transport en grondstoffen zien Europese merkfabrikanten zich genoodzaakt hun investeringen en aanwervingen af te remmen. Dat blijkt uit een enquête van Europese merkenassociatie en belangenorganisatie AIM.

Amper 4% van de merkfabrikanten slaagt erin om kostenstijgingen voor energie, grondstoffen, verpakking en transport volledig door te rekenen aan supermarkten, blijkt uit de enquête bij 664 fabrikanten van consumentenproducten. Dat terwijl 56% van hen de energiekosten met minstens 30% zag stijgen en die toename voor een kwart zelfs 60% bedroeg. Daar kwam andere kosten bovenop: 36% van de bedrijven zag de verpakkingskosten stijgen met meer dan 30%, en ook de kosten voor transport en logistiek gingen voor velen 30% hoger. Voor 43% van de fabrikanten werden de grondstoffen meer dan 30% duurder. Het zorgt ervoor dat de producenten in de problemen komen, omdat ze gevangen zitten tussen enerzijds leveranciers die hun prijzen verhogen en anderzijds retailers die prijsverhogingen weigeren. Daarbij wordt het spel soms hard gespeeld: 27% van de fabrikanten werd dit jaar geconfronteerd met ‘delistings’ of ze werden ermee bedreigd tijdens prijsnegotiaties. De weigering van retailers om een deel van de extra kosten op zich te nemen, leidt tot moeilijkheden, aldus AIM. “We maken ons allemaal zorgen over de koopkracht van de consument, maar we maken ons ook zorgen over de gevolgen van de kosteninflatie voor de activiteiten in de toeleveringsketen”, zegt AIM-directeur Michelle Gibbons. Det hogere kosten hebben hun impact op de uitgaven: 42% van de ondervraagde bedrijven heeft in 2022 de geplande investeringen gereduceerd, 32% bespaarde op onderzoek en ontwikkeling, 23% moest in zijn personeelsbestand snijden. Driekwart overweegt verdere reducties in de productie, als er geen oplossing wordt gevonden om de gestegen kosten te delen.