De stikstofcrisis in Nederland is voor FrieslandCampina aanleiding om de focus in België te verleggen. Na enkele jaren van afroming van Belgische boeren heeft de Nederlandse coöperatie opnieuw oog voor hun melk en zet alles op alles om hen voor zich te winnen.

FrieslandCampina heeft de afgelopen jaren het aantal Belgische boeren die koemelk leveren aan de Nederlandse coöperatie drastisch teruggebracht. Maar deze trend lijkt nu voorbij. De reden voor deze dramatische ommekeer? Het klimaat voor de melkproductie in Europa is intussen drastisch veranderd, vooral in Nederland, waar nieuwe stikstofvoorschriften de volumes drukken. Daarom is FrieslandCampina nu op zoek naar nieuwe boeren in ons land, in Oost- en West-Vlaanderen. "Vandaag hebben we de melk die we bij Nederlandse melkveehouders ophalen echt nodig in onze Nederlandse fabrieken. Daarom hebben we meer Belgische melk nodig", zegt FrieslandCampina-voorzitter Sybren Attema tegen De Tijd. En om producenten aan te trekken, beknibbelt het verwerkingsbedrijf niet op stimuleringsmaatregelen. Niet alleen kunnen Belgische boeren nu lid worden van de coöperatie, een voorrecht dat tot nu toe slechts voor een handvol boeren in de Lage Landen was weggelegd, maar de producent van Fristi en Cécémel heeft ook zijn aankoopprijzen naar boven bijgesteld en zijn toetredingskosten voor nieuwe boeren verlaagd. FrieslandCampina maakte niet bekend hoeveel nieuwe Belgische leveranciers de coöperatie wil aantrekken.