De Belgische mededingingsautoriteit (BMA) heeft een onderzoek geopend naar Tiense Suiker om vast te stellen of er sprake is van misbruik van suikerbietentelers, meer bepaald of zij economisch afhankelijk zijn van de onderneming. Dit na een vooronderzoek dat "ernstige aanwijzingen" van een mogelijke inbreuk aan het licht bracht.

Tiense Suiker maakt deel uit van de toonaangevende Duitse groep op de Europese markt, Südzucker. Het bedrijf is nu in het vizier van de Belgische mededingingsautoriteit, die de suikerbietensector op de voet volgt. Na een vooronderzoek dat "ernstige aanwijzingen" van schade aan het concurrentievermogen van de telers aan het licht bracht, heeft het BMA de opening van een onderzoek aangekondigd om meer te weten te komen over de relatie tussen suikerfabrieken en bietentelers. De BMA en de Confederatie van Belgische Bietentelers (CBB) benadrukken dat er op dit moment nog geen strafzaak is geïdentificeerd en dat het onderzoek dat officieel wordt gestart betrekking heeft op "mogelijke misbruiken tegen telers". Telers zullen worden gevraagd om in juli een vragenlijst in te vullen en accurate en correcte antwoorden te geven. De CBB legt uit dat een teler alleen als "economisch afhankelijk" wordt beschouwd als hij geen alternatieven kan vinden om economisch te overleven als hij zijn contract verliest. Dit is de eerste keer dat de mededingingswaakhond een onderzoek instelt naar economische afhankelijkheid. Het BMA heeft deze bevoegdheid pas sinds 2020. Om het toe te passen, onderzoekt het bedrijven die zich niet in een dominante positie bevinden, maar toch voldoende marktmacht hebben om de markt te domineren.